werd gezet. Luid tetterend vlogen we her en derwaarts om allerlei spannende plekjes in het hoge geboomte van de ruige tuin eens van naderbij te kunnen bekijken. Steeds hielden we vocaal contact met elkaar. Begon onze maag te rammelen of hadden we zin in 'n tukje, dan was daar ge lukkig onze kooi nog. Tussen al onze bedrijvigheid door hielden we de keuken deur, alsmede de bewegingen van de gaande en komende mens nauwlettend in 't oog. Door op hoofden te gaan zit ten en verwoed de haren eruit te trekken, wisten we de nodige aandacht te verkrijgen. De ene keer beloond met 'n lekker hapje, de andere keer met de ragebol, het enige vreemdsoortige attribuut van de huisvrouw, waar we bang voor waren! Soms, bij slecht weer, was het ook fijn om in de warme, droge keuken 'n slaapplaatsje voor de nacht op te zoeken. Maar onder de hand ontwikkelde ons gevoel voor zelf standigheid zich vrij snel. Lekkere hapjes vonden we ook al tussen de bladeren van het geboomte, zodat we kooi of keuken nauwelijks meer nodig hadden. De onderzoe kingstochten strekten zich hoe langer hoe verder uit en slapen durfden we ook al in de open buitenlucht. Toch kunnen we het niet nalaten om zo nu en dan ons pleeg- adres op te zoeken en 'n vrolijk riedeltje bij de keuken deur af te steken, of zou dat misschien komen, doordat we daar aan de buitenmuur zo'n aardig groen nestkastje zien hangen w. g. Parus major Vogelopvangadres: fam. de Groot Cornelie van Zantenstraat 282 1 s-Gravenhage, tel. 07 0-684426

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1977 | | pagina 93