Te beginnen met die in het Slotbos. Er kunnen daar twee
groepen worden onderscheiden: gele trompetnarcissen en
wat later bloeiende witte met een klein plat, roodgerand
kroontje. In de gele, die nog maar weinig verschillen
van de wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus ssp.
pseudonarcissus), zijn door de vakman nog terug te her
kennen de "soorten" Golden Spur, Lugdunum Batavorum en
Ajax princeps, drie "soorten", die in het sortiment van
de toenmalige kwekers veel voorkwamen. (De vaklieden
spreken bij bloembollen van "soorten", hoewel plantkun
dig gezien variëteiten of kruisingen juister zou zijn.)
Langs de bospaden zien we hier en daar een gele narcis
met een gevulde trompet, een "dubbele" vorm dus, de nog
altijd gangbare Dubbele van Sion, een erg bekende soort,
die vooral voor de oorlogsinundatie van 1944 en de over
stroming van 1953 veel op boerderijen in Schouwen-Dui-
veland als erf- en dreefbeplanting werd aangetroffen.
Langs deze bospaden zien we ook de eerdergenoemde witte
narcis, destijds bekend als Poëticus ornatus, een vorm,
zeer na verwant, misschien zelfs identiek met de in
Zuidwest-Europa in het wild groeiende Narcissus poëti
cus L.in ieder geval rechtstreeks daaruit voortkomend.
Ook deze ornatus behoorde tot de "kraam" van de kwekers
uit het begin dezer eeuw.
In de narcissenkultuur ging het om de bol. Voor het
grootste deel werd het produkt geëxporteerd naar Engeland.
Door de oorlog van 1914 - 1918 lag deze export vrijwel
stil en kwamen de kwekers in een moeilijke positie. Daar
naast werd onze import (ook van levensmiddelen) door de
oorlogvoerende buurlanden erg bemoeilijkt en moesten
dientengevolge alle daartoe geschikte gronden, waaronder
ook bloembollengronden in de Westhoek, worden gebruikt
voor de voedselvoorziening van het Nederlandse volk.
Oudere lezers herinneren zich nog wel de daartoe inspi
rerende affiches met oproepen als: "Het volk vraagt ko
ren, spoedig en veel!"
Narcissensoorten die zodoende de kweker alleen nog maar
verlies opleverden waren gedoemd te verdwijnen. Wijlen
de heer H.S. van Waveren, één van de pioniers van de
bloembollenteelt in de Westhoek kreeg toen van de eige-