naars van het Slot Haamstede toestemming een deel van de
narcissen op te planten in het Slotbos, met de bedoeling
deze later, als er weer normale tijden zouden zijn aan
gebroken, op te rooien en verder te kweken. Van dit
laatste is niet veel terecht gekomen, want al spoedig
in de twintiger jaren was men er in geslaagd door krui
sing (o.a. met in Zuid-Europa voorkomende botanische
soorten) tussenvormen te kweken met een fraaier uiter
lijk en nog andere, betere eigenschappen, waardoor de
oude "soorten" waren afgedaan! Maar u weet nu hoe de
narcissen in het Slotbos zijn gekomen!
Enigszins anders kwamen de planten langs weg- en sloot
kanten (niet te vergeten ook in de "walletjes") op hun
huidige standplaats.
Allereerst kon dit gebeuren door het weggooien van "dwa
lingen". Bijvoorbeeld bij het verwerken van het plantgoed
in de schuur kon het wel eens gebeuren dat enkele bollen
van een bepaalde soort tussen een andere soort terecht
kwamen. Tijdens de bloeitijd kwam dat uit! De partij werd
dan van deze "dwalingen" gezuiverd en deze werden soms
gewoon weggegooid.
Dat gebeurde ook wel met zieke planten. Deze moesten
eigenlijk worden vernietigd, maar in den beginne nam men
dat niet zo nauw en kwam ziek materiaal (met ook nog wel
gezonde bollen ertussen) nog al eens aan de duinkant
terecht, waar het soms herstelde en zich kon handhaven.
Over enkele ziekten het volgende:
Om voor export in aanmerking te komen moesten partijen
bollen voorzien zijn van een gezondheidscertificaat,
hetgeen de waarborg inhield dat er geen "ziek" in voor
kwam. Daartoe vond een strenge controle plaats, in het
voorjaar te velde, en later voor de verzending nog eens,
door controleurs van de Plantenziektenkundige Dienst.
Natuurlijk probeerde de kweker, die de verschillende
ziektebeelden goed diende te kennen, zijn gewas zo gezond
mogelijk te houden.
Al direct bij het boven de grond komen werd de teelt na
gelopen op achterblijvende of in het geheel niet ver
schijnende planten. Deze konden zijn aangetast door een
schimmel, het zgn. bolrot (Fusarium oxysporum Schlecht)
maar het kon ook zijn dat zij de pop bevatten van de
Grote Narcisvlieg (Lampetia equestris F.), die als larve