het inwendige van de bol had weggevreten. De vlieg zelf
behoort tot de Zweefvliegen, maar lijkt wel wat op een rVr'-
kleine hommel. Ze zijn wel te zien boven groepjes bloeien-
de narcissen. Ook kan daar de Kleine Narcisvlieg worden^^/71
i op andere bolgewassen (tul-^'"'
waargenomen hoewel deze ook op
pen bijvoorbeeld) voorkomt. De wetenschappelijke naam er
r-y,
van is Eumeris strigatus Fall. Van de laatste soort' ko-'v\\
men alt
doorgaans
ijd meerdere maden op één bol voorvan de"'.eerste'/y'. 1/,
ns maar één. - - VVA 'V
I o. i v
Erg bevreesd waren narcissenkwekers voor "het! aaltjes-,
ziek". Aaltjes zijn microscopische nematoden (rondwormenjj ,,'j \j^
die in plantendelen leven en door hun optreden in vele'lW y/'
kuituren grote moeilijkheden ("moeheid" van het gewas i.) J1,'J
kunnen veroorzaken. In narcissen komt voor het Narcissè-jy^y
stengelaaltje, dat ondanks deze naam ook in het blad s
opereert. De wetenschappelijke naam is Ditylenchus dip'-; yhly.
saci (Kühn) var. narcissi (de Bruijn Ouboter) In het'^Vy'
"dipsaci" zullen onze plantenkenners verwantschap vin-y I
den met Dipsacus, de KaardebolIn deze laatste plantyl
vond Kühn n.l. voor het eerst stengelaaltjes.
Aantasting van stengel of blad van narcissen is als een
geringe opzwelling (moeilijk) tussen duim en vingersyyj
waar te nemen. De aaltjeszieke planten werden met de'jjx
naburige planten en de omgevende grond verwijderd en (M
meestal (ook weer) naar de duinzoom gebracht. Zwaar'aan
getaste partijen kregen na het rooien een warmwaterbé-rj
handeling (43j graad C.). Hierdoor werden aaltjes en
eventueel aanwezige narcisvliegmaden gedood. In Schou
wens Westhoek gebeurde dit in de vlasroterijte Haam
stede'Vj/'r'IJG, I Jj
Er zijn nog diverse andere narcissenziekten'.'\We^ laten
het echter, bij de hier beschrevene.
januari -1978
s