so Opvallend is, bij vergelijking met soortgenoten elders uit ons land, de dikwijls wat lichtere kleur van de Sehouw- se duindieren. Voorts kwam uit de inventarisatie duidelijk naar voren dat van de migranten (trekvlinders) één van de hoofdroutes naar het noorden langs de kusten dus ook over westelijk Schouwen, loopt. Van een zeer zeldzame migrant, Mythimna unipuncta (Ha- worth), werd in de lichtval in het bos van het Slot Haam stede het eerste Nederlandse exemplaar aangetroffen! Enkele malen was bij de vangst van een soort die in het geheel niet in Schouwen thuis hoort, maar aan een ander leefgebied (bijv. Zuid-Limburg) gebonden is. Gedacht wordt aan de mogelijkheid dat deze dieren als "verstekeling" met auto of caravan mee naar Schouwen zijn gereisd. Het kan ook zijn dat ze als ei, rups of pop met plantgoed van el ders zijn meegekomen. In zijn konklusie schrijft de heer Leffef onder meer dat uit de verkregen gegevens duidelijk de bijzondere beteke nis van de vlinderfauna van het Schouwse duin- en vroon- gebied wordt gedemonstreerd. Zij omvat bijna drie kwart van het gehele Nederlandse vlinderbestand! Hij merkt daar bij nog op, dat zolang de rest van Schouwen-Duiveland niet eveneens onderzocht is, zijn soortenlijst niet als repre sentatief kan worden beschouwd voor de vlinderfauna van het gehele voormalige eiland. Te vermelden valt nog dat de soortnamen zo veel mogelijk in overeenstemming zijn met de "Naamlijst van de Neder landse Lepidoptera" van B.J. Lempke (uitgave K.N.N.V. nr. 21, 1976). Ondergetekende is in het bezit van een kopie van de In ventarisatiebeschrijving van de heer Boer Leffef. Haamstede, Duinwegje 31. J.P.C. Boot.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1978 | | pagina 32