'DE IJSVOGEL - ALCEDO ATTHIS L. 1. Beschrijving: Wie kent niet dit vliegend juweeltje boven onze schaarse zuivere beekjes of waterplassen? Waar hij nog voorkomt, kunnen we hem gemakkelijk waarnemen ergens rus tig gezeten op een overhangend takje of riet-stengel. Dan kunnen we zijn prachtig vederkleed bewonderen. Die turkoise gekleurde rug, vleu gels, stuit en staart, het minder opvallend bruine borstje en buikje, zijn sprekende witte nekvlekjes, de mooie korte oranje pootjes en de grote zwarte scherpe snavel 2. Biotopen: a) Voedselgebied: Ijsvogels zijn gebonden aan een zoet waterrijk gebied met zuivere vis rijke beekjes of vijvers met een weelderige begroeiing langs de boorden. Van een overhangende tak of rietstengel kunnen ze uren zitten gluren in het water en oh wee het visje dat zich in zijn omgeving te dicht bij het wateroppervlak durft bewegen. Als een pijl uit een boog duikt hij het water in en meestal keert hij enkele ogenblikken later weer op zijn uit kijkpost met een spartelend visje in de snavel terug. Met enkele korte klopjes wordt het visje met het hoofd tegen de tak geslagen tot het dood is. Dan wordt het gedraaid al naar gelang de bestemming: met het kopje in de snavel voor eigen voedsel, met het kopje uit de snavel als voed sel voor zijn jongen. b) Broedgebied: Naast een ideaal voedselgebied moeten onze ijsvogels ook kunnen beschik ken over afgravingen of hoge oevers, waarin ze hun nesthol kunnen uit graven. Het nest zelf is gelegen aan het eind van een zelfgegraven gang van ong. 30 cm tot 1 meter lengte, daar komt dan het nestkommetje, waar de witte ronde eieren worden gelegd op wat los zand en braakballetjes c) Korte nota: De achteruitgang der ijsvogels is vooral toe te schrijven bij gebrek aan geschikte biotopen. Onze beekjes en rivieren zijn openbare riolen geworden waar alle biologisch leven onmogelijk is. Verder verdwijnen met de dag holle wegen en zandafgravingenIn de natuur zelf hebben ze practisch geen vijanden, gezien hun snelle vlucht en naar het schijnt de walgelijke vissmaak van hun vlees Slechts lange en hevige vorstperiodes, als het viswater lange tijd dichtgevroren blijft kunnen grote sterfte onder hen veroorzaken. 3. Broedgeval 1977: Testelt-Demervallei De pijp (nesthol) werd dit jaar gevonden in een kleine oude zandafgra- ving, die reeds voor 75 verwilderd is met struikgewas en plantengroei en regelmatig afbrokkelt. ichter een omgevallen eikeboompje (stamomtrek 40 cm) met •ele takken werd het pijpje gevonden op 5 juli. Onze aan dacht werd getrokken door zacht geruis van de jongen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1978 | | pagina 39