38 broedperiode19 A 21 dagen jongenverpleging21 A 28 dagen uitz. 30 dagen. Besluit: aanvang laatste week: mei 1977. a) Studie van het groot brengen der jongen: Als het ware vanuit de eerste loge, heb ik het verloop van dit broedsel, voornamelijk het groot brengen der jongen, kunnen volgen. Zelf goed ver scholen in een schuiltent en dan nog goed beschermd door een dicht bla derdak van een zware eik, was ik geenszins een verstoring voor de vogels De voederbeurten vingen gewoonlijk tussen 5.30 uur en 6 uur 's morgens. Er werd dan een zestal malen gevoederd met een tijdsinterval van ong. 20 min. Het waren de beide oudervogels die voederden en om beurten kwa men. Tussen 7.30 uur en 9 uur werd er slechts zelden gevoederd, daarna werd regelmatig gevoederd tot rond de middag, doch alleen door het wijfje en dit met tussenpozen van 30 A 45 min. Vanaf ongeveer 8 uur verbleef het mannetje in de omgeving van het nest op een of andere loerpost. Regelmatig kwam hij de al te nieuwsgierige gevederde vrienden of vijanden die het nesthol of het omgevallen boom pje ervoor kwamen bezoeken luidruchtig verjagen. Tevens alarmeerde hij luidruchtig vanaf zijn loerpost bij onraad van grotere aard. Vanaf ongeveer 19 uur tot ongeveer 21 uur werd er weeral met kortere tussenpozen door beide oudervogels gevoederd. Dit was dan ook de laat ste voederbeurt voor de nacht. In de beginperiode was het voedsel klein en bijna niet waar te nemen, doch geleidelijk werd het groter tot op 't einde visjes van ongeveer 5 A 8 cm lengte. Slechts eenmaal heb ik kunnen waarnemen hoe nog een spartelend visje met het kopje tegen een tak werd geslagen tot het niet meer bewoog. De visjes staken bij de voederbeurt telkens met het kopje buiten de snavelpunt. Verstorings elementen: - Vogelsroodborst-winterkoning-koolmees-pimpelmees-matkop-heggemus- gekr. roodstaart-merel-zanglijster-wielewaal-fitis-tjiftjaf-grasmus- tuinfluiter-ringmus-huismus-grotë bonte specht-groene specht-vlaamse gaai

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1978 | | pagina 40