Geneeskundige plaatsbeschrijving van Zeeland
Eerste gedeelte. Natuurkundige plaatsbeschrijving
Den Haag1870
(Dit hoofdstukfragment door dr. A.A. Fokker.)
Moge hieruit af te leiden zijn, dat Zeeland zelfs een be-
trekkelijken rijkdom bezit van pluimgedierte in den wil
den staat, en dat het den jagtliefhebbers de gelegenheid
aanbiedt, om de eigenaardige uitspanning die het dooden
er van aanbiedt, te genieten, -zelden geven de vogels er
aanleiding tot eenigen tak van bedrijf, indien men de
In beperkte hoeveelheid zamelt men in het voorjaar alom
die in van den kievit (Fringa vanellus Linn.)> maar merk
waardig is het rapen in Schouwen van de reeds vermelde
eijeren van de Sterna, bij verbastering aldaar "star" ge
noemd. Dit geschiedt in de twee Flaauwers-inlagen en de
Heertjes-inlaag, beiden in het lage land van Schouwen. Al
daar, en bijzonder in het oostelijk gedeelte van de Flaau-
wers-inlaag, legt het vischdiefje (Sterna hirundo)de
witte star genoemd, de eijeren op aardheuveltjes in het
water gelegen, terwijl in het westelijk gedeelte de minder
fijne eijeren geraapt worden van de kokmeeuw (Larus rudi-
bundus) 1) ^^7/
In vroegeren tijd was de inzameling van de eijeren werke
lijk eene bron van bestaan, als in verband staande met