68 Dit was mede het gevolg van een prijsvraag uitgeschreven in 1774 door de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem, die graag suggesties wilde ontvangen over plantesoorten die het duin vastlegden c.q. vasthielden en over meer productieve gewassen die in het duin verbouwd konden worden. Als gevolg van deze prijsvraag werd bijvoorbeeld de boksdoorn in de Neder landse duinen ingevoerd. Het vegetatiedek van de duinen sloot zich. Toen diende echter een ander probleem zich aan voor de mensen die in het duin woonden. Het duin verdroogde langzaam. In de eerste plaats doet een vegeta tie de verdamping toenemen en in de tweede plaats bestaat er in een vastge legd duin nog altijd de neiging om de dalen langzaam op te vullen en de top pen te laten eroderen. Hierdoor wordt de afstand tot het grondwater steeds hoger omdat de bodem van de duinvalleien zich ophoogt. De enige plaatsen waar de agrarische bedrijfjes zich in stand konden houden was aan de uiterste binnenduinrandHier werden vlakke perceeltjes gemaakt en het zand werd gezet op "hoogtes". Ook wel bekend als schurvelingen schrievelingen of walletjes. De akkertjes zelf, de "mieningen", kwamen daardoor ook dichter bij het grondwater te liggen. In onze tijd zijn deze bedrijfjes te kleinschalig voor de economische bedrijfsvoering. Vele van deze oude tuinderswoninkjes zijn dan ook verdwenen of voor duur geld ver kocht als tweede huisje aan randstadbewoners. De perceeltjes zijn nog dui delijk in het landschap te herkennen. Ook heel karakteristiek voor Schou wen zijn de boomgaarden en vroeger de bollenveldjes op de grens tussen duin en polder. Het lager gelegen terrein vlak achter het duin had altijd met wateroverlast te kampen. Het bestond uit perceeltjes omgeven door

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1978 | | pagina 70