?5 Broedgegevens 1978, samengesteld door J.P. Vaane. Alle gebieden, waarin voor de duur van het nu beëindigde Atlasproject werd geïnventariseerd, zijn gelukkig dit jaar weer in ons overzicht vertegenwoordigd. Daardoor verkregen wij ook in 1978 een indruk van het huiselijk vogelleven op Schouwen-Duiveland Helaas verloren wij een toegewijde medewerker door het over lijden van de heer P. Zorge. Zijn broer stelde met behulp van de kladaantekeningen het overzicht voor de Schelphoek op. Dit is een moeilijk te inventariseren gebied, dat veel er varing en terreinkennis vereist en wij zullen de medewerking van Piet Zorge erg missen. Ieder, die enigszins van dit werk op de hoogte is, weet dat er ondanks de vele uren veldwerk, die erin zijn gestoken, slechts een algemene indruk van de vogelstand wordt verkre gen. Toch meen ik, dat het goed is op het belang van dit werk voor het behoud van de "natuur" te wijzen. Een aantal argumenten daarvoor leverde dr. van der Aart in zijn lezing op 26 september te Goes. Eén daarvan is de funktie van de duinen als rustgebied voor een belangrijk deel van de rekreanten en de vogelstand is voor die eigenschap een gevoelige indicator. Een andere funktie, die het duingebied kan vervullen, duidde hij aan als "natuurlijk laboratorium voor onderzoek naar ziekteresistente plantenrassen" ten behoeve van de voedsel voorziening in de toekomst. Dit onderzoek wordt in Nederland reeds verricht en de gemeenschap vindt het dus belangrijk genoeg om geld en mankracht erin te steken. De bescheiden rol, die wij daarin kunnen vervullen, bestaat uit het tijdig signaleren van veranderingen in deze funkties van het duingebied en wijde omgeving door geregeld de vogel stand te meten. Bepaalde soorten zijn heel gevoelig voor ver anderingen in hun woonomgeving: Mussen leven en broeden ook wel rond Coolsingel in Rotterdam, maar Bergeenden, Nachte galen en Wulpen zullen nog wel even nadenken voordat ze daar een bouwvergunning aanvragen en de Kiekendief vindt het in de Westhoek al jarenlang te gortig. Zou het ook toevallig zijn, dat het aantal broedende Berg eenden in het zuidelijk deel van het Zeepe weer is afgeno-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1978 | | pagina 77