4J zover we weten niet oostelijker dan halverwege Melissante-Dirksland Eenzelfde geval doet zich voor bij het iets kleinere spannertje Mesotype virgata een kustdier, dat slechts in enkele exemplaren ook gevonden is in Z.O. Limburg. Van deze vlinder had zich een echte •5^ populatie gevormd in Melissant, de enige geregelde vindplaats in het binnenland, aan dezelfde dijk waar o.a. ochrearia vliegt. He laas is deze dijk door de intensieve begrazing en het gebruik van kunstmest volkomen ontluisterd en daarmee is de kolonie van virgata helemaal verdwenen. Zo zouden nog talloze voorbeelden gegeven kunnen worden van versprei ding tot een bepaalde lijn, van het verdwijnen van sommige soorten en van recente gebiedsuitbreidingen, maar dat zou voor de lezer een vermoeiende opsomming worden. Liever wil ik nog even stilstaan bij de vraag: zijn er interessante biotopen op Flakkee? Nu, die zijn er genoeg. En wat het sterkst boeit is de afwisseling, de korte afstand waarop de meest bijzondere terreinen bij elkaar liggen. Daar zijn allereerst de duinen, die niet in alle opzichten de even knie zijn van die op Voorne en Schouwen. Maar het schurvelingen- landschap is heel specifiek voor de kop van Goeree. Een bijzondere vangst daar is Epinotia cinereana Hw.een bladroller die verder alleen in Heemskerk gevonden is. Het biotoop kennen we overigens nog niet precies. Daarnaast hebben we de gorzen, met de Kwade Hoek als een soort over gangsgebied tussen duinen en gors. Een belangwekkende vondst deed ik in '78 op de Kwade Hoek: Epichnopterix retiella Nw.een Psychide of zakjesdrager, zo genoemd omdat de rupsen zich een zakje spinnen, o.a. van grassprietjes (fig. 4). Deze vangst is daarom vermeldenswaard omdat elders in ons land alleen enkele vindplaatsen bekend zijn van de zandgronden, terwijl de soort in Engeland beperkt is tot zilte graslanden. Dit is dus de eerste vangst hier in het 'Engelse bio toop' Het is eveneens aardig om uit de duinen van de Kwade Hoek Stenoptilia zophodactyla Dup. te noemen, een vedermot waarvan de rups op duizendguldenkruid leeft. Ik doe dat vanwege de fraaie mi micry. De rupsjes zijn groen en daarom op de planten moeilijk te vinden. Ik kreeg er dan ook alleen maar een in handen door duizend guldenkruid uit te schudden. De rups werd in een goed gesloten potje opgekweekt en groeide goed. Tot mijn verbazing vond ik na een week niets meer en ik moest bijna geloven aan een mirakuleuze ontsnap ping. Tot ik het takje duizendguldenkruid beetpakte, waarop het fig. 3 Mesotype virgata H. fig. 4 Popje van jEpichnopterix retiella Nw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 21