waren de meest kenmerkende woorden van Nico toen wij hem op een avond kort voor zijn overlijden bezochten. Dankbaar, met een zekere berusting en toch nog strijdvaardig om alles te doen wat nog tot zijn genezing zou kunnen bijdragen. Dat waren de laatste indrukken die hij ons meegaf. Ruim 44 jaar daarvoor, aan het einde van een NJN-exkursiebe zochten wij hem - een oud N.J.N.-er die in Burgh was komen wonen - voor de eerste maal. Die eerste ontmoetingen staan me nog steeds voor de geest. Met zijn komst veranderde er iets in de Westhoek. Tot die tijd wa ren "De Domeinen" een streng verboden gebied en we hadden het zelfs nooit overwogen ook maar over de rand te kijken, zó streng stond zijn voorganger, de heer Steur, bekend. We hebben ook nooit om toe stemming durven vragen en achteraf besef ik dat het dan misschien nog wel meegevallen zou zijn. Nico nodigde ons toen dadelijk al uit om naar de kweektuin en de aanplant in de Domeinen te komen kijken. Voor ons haast "het heilige der heiligen". In later tijd heeft Nico steeds geijverd om zijn gebied open te stel len. Eerst met toegangsbewijzen tegen betaling waarvan de opbrengst bestemd was voor het verwezenlijken van zijn idee, het aanleggen van een tegelpad. Later kon men in vrijwel de gehele boswachterij gra tis wandelen en werd het aantal paden en routes enorm uitgebreid. In die eerste tijd vertelde hij ook van de strijd om bomen te kweken in het stuivende zand, bovendien nog geplaagd door konijnenvraat. Zagen de konijnen later toch weer kans in zo'n jonge dennen-aan plant binnen te komen dan waren de vernielingen onvoorstelbaar. Hoewel natuurlijk duin en loofhout mij honderd maal liever zijn leeft sedertdien bij mij al het besef: Kon het toen wel anders? Als dit in onze gesprekken later naar voren kwam heeft hij ook dik wijls gezegd dat ze het nu niet meer zo zouden doen. Hij was er dan ook terecht trots op dat hij in de Meeuwenduinen nog een stuifduin- gebied in stand had weten te houden. Prachtige levende duinen met uitbundig groeiende helm. Alleen hier kan nog de gehele ontwikke ling van windkuil tot paraboolduin bestudeerd worden. Natuurlijk is het niet de bedoeling zijn gehele loopbaan als bos bouwer en natuurterreinbeheerder te beschrijven, wat hij trouwens in zijn boekje "40 plus één jaar Westhoekwerk" veel beter gedaan heeft. Voornamelijk wil ik een indruk geven wat hij voor de Vogel wacht heeft betekend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 4