(93 tussen "De Verklikker" en "De Oude Hoeve" zijn nog enkele vind plaatsen. Toch is ook dit terrein enorm kwetsbaar. De droge zomer van 1976 is bijna fataal voor deze planten geweest. Het heeft dan ook tot dit voorjaar geduurd vooraleer bovengenoemde soorten zijn teruggekeerd. Een aparte begroeiing vinden we in de zogenaamde primaire duinval leien. Dit zijn de wat drassige vlakten direkt achter de eerste duinenrijvanaf het strand gerekend. Kennelijk voelen bepaalde planten zich slechts onder deze vrij erbarmelijk omstandigheden thuis. Naast het hoge kalkgehalte is de wind een voorname faktor. Behalve de grote kracht speelt het hoge zoutgehalte een grote rol. Hier vinden we onder meer de pamassia. Deze staat op de lijst van de in Nederland beschermde planten, hetgeen inhoudt dat men de bloe men niet mag plukken of de plant uitsteken. Maar dat was u waar schijnlijk toch niet van plan. Van de meeste planten die we op onze tocht hebben gezien wil ik in dit verslag geen melding maken; het zou slechts een saaie opsomming worden. Eén plantje zal ik tot besluit nog onder uw aandacht bren gen. We komen hem tegen op het strand. Hier heerst wel het meest barre klimaat dat we in ons land kennen. Eén van de weinig soorten die het er uithoudt is het loogkruid. Het is met zijn groengrijze stekelige bladeren een merkwaardige verschijning. Een mede-excursie- deelnemer vertelde dat dit plantje afkomstig is uit oostelijker landen, met name steppengebieden. De planten komen in het najaar los uit de grond en gaan dan aan het rollen. Hierbij strooien ze dan kilometers lang hun zaden in het rond, zich op deze wijze uit stekend verspreidend. Tot slot een woord van dank aan onze gids, het was weer buitengewoon plezierig en leerzaam; maar welke Vogelwacht-excursie is dat eigen lijk niet? Bert Verton

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 19