4" *7J 1 O 1"#' mpkntkmdi$ wonder A '0 r> \f -s «-.j Tot de vele goede betrekkingen die onze vereniging met andere, op natuurbescherming gerichte, stichtingen of organisaties aanhoudt, behoren die met de Gelderse groep van het Contactorgaan voor Vogel studie. Deze vinden vooral gestalte in de jaarlijkse vogeltrekwaamemingen waarvoor deze "vogelmensen" in een oktober-weekend naar de Westhoek van Schouwen komen. Al vele jaren. Zo ook in 1979. En hun secreta ris én trip-organisator, de heer Steenman uit Rhenen, kon me na zijn thuiskomst enthousiast opbellen met de mededeling dat de groep deze keer maar even 88 waargenomen, vogelsoorten had kunnen noteren in Schouwen'. Er was echter nog iets.' Tijdens hun verblijf in het kamphuis "De Koe-bel" te Burgh had men in de omheining bij dat gebouw een "bio logisch wondér" ontdekt, nl. een boom waaraan twee verschillende soorten bladeren groeidenl De ene soort gelijkend op die van de iep, de andere op die van de eik! Gevraagd werd of wij, Schouwena- ren, hiervan op de hoogte waren. Mijn antwoord moest ontkennend luiden, maar een onderzoek werd toegezegd. En inderdaad werd het wonderlijke geval aangetroffen. Het bleek een vorm te zijn van de Haagbeuk (Carpinus betulus L.in de Ge- illustreerde Flora van Nederland van Heimans, Heinsius en Thijsse genoemd als heterophylla Kirchn, "met zeer uiteenlopende bladvor- men aan een en dezelfde tak". In deel I van "Die Pflanzenwelt" van Prof. Dr. Otto Warburg (1913) lezen we over de Haagbeuk o.a.: "Kwekers is het gelukt vormen te kweken met op eikeblad gelijkende bladeren". En verder: "Het zeer harde en duurzame hout werd o.a. verwerkt in kamraderen voor mo lens". Prettig wanneer hier verblijvende vrienden ons van hun bijzondere vondsten op de hoogte houden'. oktober 1979. J.P.C. Boot.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1979 | | pagina 7