110 hebben gevestigd kan naarmate van hun voorkeur voor zand of schelpen blijkt, alsnog worden aangepast. In dit verband is een waarneming van G. J. van Oordt (1912) van belang die bij een bezoek aan de hillen vaststelde „dat de Kapmeeuwen op 't hoogere ge deelte, de Groote sterns op lagere, meer zandige gedeelten, niet door elkaar maar soort bij soort, broeden". Onderhoud van de vegetatie Hierbij moet worden bedacht dat de Kokmeeuwen die zich stellig vóór de Grote Sterns zullen vestigen, flinke hoeveelheden stikstof en kalk zullen aan voeren. Dit zal zeker tot een explosie van hoogopgaande stikstofminnende planten leiden. Ook de in het winterhalfjaar overtijende Scholeksters en meeuwen zullen in die richting werken. Deze vegetatie zal ieder voorjaar moeten worden gemaaid en/of uitgetrokken. Het is verleidelijk dat te laten sloffen „omdat er toch nog geen Grote Sterns zijn", maar deze vogels moe ten ieder jaar in principe worden verwacht. We moeten dus de lampen bran dende houden! Onderhoud van het maaiveld zal nodig zijn waar oeverafslag optreedt. Die kan worden tegengehouden met een betuining van azobe, maar dat heeft het nadeel dat daarachter jonge vogels klem kunnen raken. Strooblokken veran kerd met gaas en palen zouden mijn voorkeur hebben. Beheer Het lijkt van groot belang dat het beheer van de inlagen in handen komt van een landelijke organisatie, waarmee de status van de hillen het vereiste ni veau krijgt. Uiteraard gaan de gedachten uit naar die organisatie die een zeer gedegen ervaring met het beheer van broedkolonies van Grote Sterns heeft, te weten de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neder land. Ook kan gedacht worden aan een werkverband van Natuurmonumen ten en de Schouwse Vogelwacht. Hiervoor zou de naam „Commissie Vijver berg" een juist gedenkteken zijn voor de man die al in de jaren twintig be langstelling voor de vogels met de ranke wieken heeft gewekt. Naschrift Terwille van de overzichtelijkheid is in deze studie steeds uitsluitend gespro ken over de Grote Stern. Voor Visdief, Noordse Stern en Dwergstern gelden overeenkomstige beginselen en we zullen stellig de beide eerste soorten op de hillen krijgen en waarschijnlijk zelfs eerder dan de Grote Sterns.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 110