erelid en één van de oprichters van onze vereniging, de heer Nico Lysen. In zijn boekje "40 plus 1 jaar Westhoek- werk" schreef hij o.a. over Vijverberg: "Het zou de Vogel wacht sieren, als zij deze bijzondere figuur weer ging her ontdekken. Het kan nu nog; enkelen onder ons hebben hem vele jaren lang en heel goed gekend." Wij zijn blijdat mevrouw Lysen en haar zoon Marco hier tegenwoordig zijn om getuige te zijn van de vervulling van Nico's wens, om zo Vijverberg als mede-oprichter van onze vereniging te eren. De heer Van Noordwijk zal ons nu een filmpje laten zien uit de dertiger jaren waarop de heer Vijverberg voorkomt en over het vogelleven op de inlagen in die tijd. rDank je wel, Ben. Wij zijn blij dat je ons dit genoegen hebt willen doen. Je hebt ons weer helemaal teruggebracht in de sfeer van Vijverberg's tijd en ook in de sfeer van de inlagen zoals Vijverberg ze gekend heeft. Het boekje, waarvan we straks het eerste exemplaar zullen uitreiken, draagt als titel: "J. Vijverberg en de vogels van de zuidkust van Schouwen". En de ondertitel is één van de redenen dat wij hier bij elkaar zijn gekomen. Deze zuidkust van Schouwen namelijk is een merkwaardig cultuurmonument, dat verhaalt van de zware en toenmaals ongelijke strijd, die de polder Schouwen vele eeuwen lang geleverd heeft om dit eiland te bewaren en waar bijna alle elementen te vinden zijn die met polder- en waterschaps- beheer te maken hebben. Een voornamelijk defensieve strijd, waar standhouden al de grootste overwinning was, terwijl terzelfder tijd op Zuid-Beveland de Zwake polders bijna moeiteloos bedijkt werden. Polders misschien ten dele op gebouwd uit de klei die hier verloren ging. Dit cultuurmonument is tevens één van de voornaamste na tuurmonumenten van onze provincie met een nu nog grote vo gelrijkdom. De film liet ons zien hoe het met de broedvogels geweest is en misschien ook weer worden kan. Ook hiervoor willen wij door middel van dit boekje de aandacht vragen. Burgemeester Francke van Kerkwervedie in 1956 de leden

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 124