Toen het weer enigzins opklaarde, was op de hil een wonderlijk schouwspel
te zien. De tent was losgerukt. Nog maar op een hoek zat het doek vast en als
een grote vlag trachtte het doek de vogels op hun vlucht te volgen. Op de hil
aangekomen werd de zaak weer in orde gebracht, en de fotospullen werden
opgesteld. Maar voor het zover was kwam er een donderbui opzetten. Het
schuiltentje deed tegen dit noodweer zijn naam geen eer aan. Toen de bui
over was kwam er dan ook een druipnatte en verwaaide vogelfotograaf te
voorschijn. De pachter gaf dan ook de raad dat tentje maar thuis te laten en
een grote kist te kopen, die dan het hele broedseizoen op de hil kon staan. Zo
geschiedde en de kist heeft vele jaren met sukses dienst gedaan. Maar als
de pachter op het eind van de broedtijd de kist weer binnenhaalde, stond hij
steeds in opperste verbazing over het aantal sigarenpeukjes, dat hij er dan
uit moest vegen.
Ondertussen had hij zijn werkterrein uitgebreid met het duingebied van het
Slot Haamstede. De slotbewaarder, een oud-dorpsgenoot, diens zoons en de