plaat en Den Bommel en op foto's van vóór 1940 zien we vol wassen bomen als Kastanje en Iep. Toen ook waren er wel Blauwe ReigerkoloniesVoor zover ik heb kunnen achterhalen waren dat er vier in getal en alle vier zijn ze verdwenen tengevolge van het kappen der bomen. Volgens J.P. Thijsse broedden er op ons eiland in 1909 geen Blauwe Reigers. Aangezien er in 1912 plotseling minstens drie kolonies zijn, mogen we aan de juistheid van Thijsse 's mededeling best twijfelen. Hij kon ook niet alles weten. Stellendam. Deze kolonie was gevestigd op "Hofstede Biemond" aan de Plaatweg. Hoewel er ijeinig betrouwbare gegevens bekend zijn, is het in ieder geval nooit een grote kolonie geweest. De Reigers broedden er waarschijnlijk voor de eerste keer in 1912 en voor het laatst in de dertiger jaren toen de bomen werden gerooid. Volgens de heer Blokland (onlangs overleden voormalig opzichter van de Schelphoek) was het altijd on rustig in de kolonie. De dieren werden verjaagd omdat men dacht dat de bomen zouden doodgaan vanwege de uitwerpselen van de Reigers. Toen de bomen dood waren kregen de Reigers dan ook de schuld. Niet terecht, aldus Bloklaand, want de bomen waren besmet met Iepziekte. Goedereede Op "Hofstede Stadtwyck" broedde in 1912 een twintigtal Rei gers en waarschijnlijk was dat ook vóór die tijd al het ge val. Ook deze kolonie was niet erg stabiel. Zo bleven de vogels bijvoorbeeld weg in 1912. Ep was een soort uitwis seling tussen deze en voorgenoemde kolonie, mede vanwege het feit dat de Reigers er werden "weggeschoten"In de oorlog werden de bomen gekapt. Den Bommel Het feit dat er in 1912 op de stee van Jan Mijs (boerderij Zeldenrust) reeds veertig nesten aanwezig waren, waarvan zelfs vijftien in één boom, duidt er op dat ook deze kolo nie reeds vóór die tijd bestond. In de winter van 1917-1918 t W JQC

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 135