136 werden hier alle bomen gekapt en waren de Reigers genood zaakt een andere' broedplaats te zoeken. De meeste broed- paren verdwenen naar buiten het eiland gelegen kolonies, maar zes ervan besloten tot een nieuwe vestiging op Flak- kee. Ooltgensplaat In 1918 broedden er voor het eerst Blauwe Reigers in de uit Es en Esdoorn bestaande erfbeplanting van boerderij "Welte vreden" aan de Galatheese Dijk. Volgens J.B. Kiewiet, zoon van de dorpsonderwijzer te Ooltgensplaat, was het aantal nesten in 1923 opgelopen tot dertig. Helaas overleed Kie wiet reeds op 23-jarige leeftijd en zo liep Flakkee z'n Vijverberg mis en daarmee een bron van informatie over de avifauna De kolonie breidde zich snel uit naar de ernaast gelegen boerderij van de heer De Bruin en later ook naar de Iepen aan de Galatheese Dijk. De uitbreiding stond in verband met het verdwijnen van kolonies elders, zoals die te Din- teloord. De 'Reigers werden nooit verstoord en er is dan ook nooit op geschoten, aldus De Bruin, die ontstaan en ondergang van de kolonie heeft meegemaakt en die zich her innert dat de kolonie eens 250 nesten omvatte. In 1942 broedden de vogels voor het laatst op het erf, want het jaar daarop werden de bomen gerooid op last van de be zetter. Toen De Bruin in 1945 na zijn evacuatie terugkwam ontdekte hij tot zijn verbazing dat er Aalacholvers broed den tussen de Reigers. Deze hadden zich gevestigd tijdens de inundatie. Het volgende jaar verdwenen de Aalscholvers weer en ook het aantal Reigers nam sterk af. In 1952 werd begonnen met het kappen der bomen op de dijk en 1953 betekende het einde van de kolonie, hetgeen in feite niets te maken had met de Watersnood. De kolonie aan de Galatheese Dijk was bij velen bekend en bij uitstek geschikt voor een fietstochtje op de zondagmid dag. Men herinnert zich vooral de herrie die de Reigers maakten en niet het minst dat het er nogal stonk. De men sen die er woonden hebben daar nooit een probleem van ge maakt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 136