18 geleden werd het polderpeil verlaagd, en was er een nieuwe duiker gebouwd. De oude duiker, die een stuk hoger lag, had men laten zitten. Door deze dui ker kon men met wat goede wil onder de dijk door naar de waterkant kruipen Vele keren is hij door de duiker gekropen. Erg geriefelijk zat men er echter niet in. Hij was nauw en laag, de vloer steenhard, en wanneer de wind erop stond leek het een windtunnel om vliegtuigen te beproeven. Later heeft hij een veel comfortabeler schuilhut gekregen. Hij schafte zich een auto aan, en daarmee kon hij tot vlak bij de waterlijn komen. En daar zat hij dan onder het genot van een sigaartje op de vogels te wachten. Die auto, een Chevrolet 1929, heeft hij meer dan dertig jaar gebruikt, vooral in de vijfti ger jaren werd het een legendarisch rijdend museumstuk, dat iedereen op het eiland van verre herkende. Hij was trots op zijn trouwe koets, en toen men hem eens voorstelde een nieuwe te nemen, was zijn antwoord: „We zijn samen oud geworden en nu kijken we wie het langst volhoudt." Tot nu toe moesten de vogels steeds op een bepaalde plaats voor de camera komen, hij wilde nog wel eens een camera met telelens, die hij in de auto steeds kon bijstellen, en ook die bouwde hij zich. Hij wist de hand te leggen op de helft van een grote symetrische portretlens. die een brandpunts afstand van maar liefst 108 cm had. Uit twee lange kartonnen kokers maak te hij het instelmechanisme. Op de ene koker kwam de lens, op de andere een camera. Door de kokers in of uit elkaar te schuiven kon ingesteld worden en was de zaak scherp dan werden de kokers met een paar houten keggen vastgezet. Eigenlijk nog eenvoudiger dan het vermaarde ei van Columbus. Er kwamen goede foto's mee te voorschijn. Kijkt u maar eens naar de Zwarte Ruiter in zomerkleed, die zo gemaakt werd. Zo naderde het jaar 1940. Hij had er toen veertig jaar als onderwijzer op zit ten en om enige verlichting in het overvloedige aanbod van onderwijzers te brengen, werden de ouderen in de gelegenheid gesteld op 60-jarige leeftijd met pensioen te gaan. Hij maakte daarvan gebruik en verhuisde van Noord- gouwe naar het grote witte huis „Welgelegen" aan de plas bij Schudde- beurs. Daar kon hij met de grote telelens van uit zijn woonkamer zelfs de ijs vogels aan de plas fotograferen. Helaas gooide de oorlog roet in het eten. De Chevrolet moest onderduiken en fotograferen werd een gevaarlijk karwei.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 18