40 Het bevissen van de inlaag werd verpacht door het Waterschap Schouwen, hoewel er wel eens geschillen waren met de heren van de aangrenzende dor pen die rechten meenden te hebben op verpachting van de visserij.13) In het begin van onze eeuw ging levende Schouwse paling in kisten naar ro kerij Koen Visser in Oud Beijerland en naar de bakkers Potappel en Vogelaar in Zierikzee voor de beroemde palingbroodjes. 14) Het Waterschap stelde wel voorwaarden aan de visserij. Zo mocht geen ge bruik worden gemaakt van sleepnetten, slaggaarden of polsstokken. Ook mocht de pachter geen palingfuiken („welies") of korven leggen in de water leidingen of binnen 25 meter van buiten- of binnensluizen. Nu de Flaauwers Inlagen geen zeesluis meer hebben wordt de paling door de pachter uitgezet. Jacht In 1838/39 waren er moeilijkheden over de jacht in de Flaauwers Inlagen. Er werd gesteld dat uit het feit dat de heerlijkheden van Rengerskerke en Zuid- land in 1797 aan de stad Zierikzee zijn overgedragen, het jachtrecht ook aan die stad kwam en „dat uit het eigendomsrecht dat (het Waterschap) Schou wen op inlagen heeft, nog niet het jachtrecht volgt" '5) Dat er ook gejaagd werd blijkt bijvoorbeeld uit dit citaat uit 1896: „De rijk dom aan waterwild aan de zuidkant van Schouwen maakt deze streek tot een begeerlijk jachtterrein voor de liefhebbers dier edele uitspanning en deed reeds menigen Engelschman het jachtrecht op deze wateren pachten". ,6) De Engelsen schoten hier Kluten, toen die in het eigen land uitgeroeid wa ren! Op 18 sept. 1900 „werd besloten door het Waterschap het jachtrecht in de in lagen van Flaauwers van de gemeente Zierikzee als ambachtsvrouw van Rengerskerke en Zuidland voor f 600,- af te koopen" 17) Behalve op waterwild (nu verboden), werd en wordt op konijnen in de dijken gejaagd. Vogelarij Dijkgraaf Fokker schrijft in 1912: „Het Waterschap Schouwen bezit sinds on heugelijke tijden zoogenaamde vogelarijen" 1S) Inderdaad komen we in oude beschrijvingen van Schouwen altijd mededelin gen tegen over de vogelrijkdom van het lage, drassige polderland van Schou wen. De inlagen worden niet apart vermeld, maar zij waren ongetwijfeld ook rijk aan vogels. Wanneer na 1877 het stoomgemaal de afwatering verbetert, zullen zeker de mogelijkheden voor de zeevogels in de polder verminderd zijn. Omdat de beschrijving zo nauwkeurig is, wil ik hier een bron uit 1870 uitvoe rig citeren: ..Dit (het eierrapen) geschiedt in de twee Flaauwers-inlagen en de Heertjes inlaag, beiden in het lage land van Schouwen. Aldaar, en bijzonder in het

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 40