43 de pachters Van vogelhillen te horen: „in 's hemelsnaam geen water meer in de boezem te draaien" en aan de andere kant van de boeren: „laet die veu- gels ma verrekke en gae direct maele". De dijkgraaf heeft toen gezegd: „We kunnen al die vogels niet in één slag vernietigen! Als morgen de wind breeder gaat is het gevaar geweken!" en hij besloot: „Morgen de schoorsteen van het stoomgemaal laten roken, dan denken de boeren dat er wordt gemalen en zijn zij tevree". De volgende dag liep de wind naar het N.W., de sluisdeuren openden zich en de vogels waren gered.27) Wat gebeurde er met de geraapte eieren, waarvan we het aantal voor de ramp kunnen schatten op 10.000 per jaar! In de eerste plaats werden ze aan de boerderij verkocht, verder waren vaste afnemers de café's en restaurants in Zierikzee die in het voorjaar op de toonbank een schaaltje hardgekookte eieren hadden staan. Vooral de kleine sterneitjes werden als een delicatesse beschouwd. De wat grotere Kokmeeuweieren smaakten soms wat visachtig. Een echt handelsartikel waren de eieren niet, wel werden ze naar familie en kennissen elders in 't land en ook naar België verstuurd. Verschillende pachtboeren in Schouwen zonden in het voorjaar aan hun eigenaren in Am sterdam of Wassenaar de in fijn stro verpakte, ongekookte vogeleieren.28) Vreemdelingen maakten zo vaak in Zierikzee voor 't eerst kennis met dit ou de gebruik: zo b.v. de ornitoloog A. A. van Pelt Lechner die er zo door geboeid werd, dat hij zich op de oölogie (eierkunde) ging toeleggen.29) Wat de prijzen betreft vond ik nog het volgende. In 1867 werden visdiefeieren verkocht voor f 2,- per 100 stuks en kokmeeuweieren voor f 1,60 per 100.30) Voor het begin van de 20e eeuw kwam ik een prijs van meeuweneieren a 2 cent tegen en voor de jaren vlak voor 1940: sterneieren 2 cent, Kokmeeuw 5 cent en Grote Stern 6 cent per stuk. 31) Mogelijk is bij de laatste opgaaf een vergissing begaan. „Stareitjes" werden immers als fijner beschouwd en waren 1 of meer cent per stuk duurder dan de kokmeeuweieren. De glorietijd van de oude vogelarij eindigde - als zo vele zaken hier - met de ramp van 1953.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 43