Broedvogels van inlagen
46
Inlagen zijn gebieden die ingesloten liggen tussen
een zeedijk en een op korte afstand daarvan gele
gen inlaagdijk. Vrijwel altijd liggen ze op plaatsen
waar een diepe geul tot onder de zeedijk komt. De
inlaagdijk is aangelegd om bij dijkval of dijkdoor
braak een reserve te hebben (zie voor meer infor
matie het verhaal van Frans Beekman, Red.). Ook
aan de dichtheid van de inlaagdijk worden eisen
gesteld, waardoor de inlagen vaak een waterhuis
houding hebben die onafhankelijk is van het ach
terliggende land. Tengevolge van kleiwinning ten
behoeve van dijkaanleg hebben inlagen als regel
een verlaagd maaiveld, terwijl vaak ook kleinere of
grotere stukken open water voorkomen. Het water in de inlagen is een com
binatie van kwelwater en regenwater. De verhouding tussen beide geeft ver
schillen in het zoutgehalte van het water. Inlagen met weinig kwel zijn zoe
ter, inlagen met veel kwel zouter. In droge zomers kan het zoutgehalte van
het water oplopen tot waarden die enkele malen hoger zijn dan die van het
Oosterscheldewater.
Inlagen zijn typisch Zeeuwse gebieden, die we vooral aantreffen langs de
kusten van de Oosterschelde: aan de zuidkust van Schouwen-Duiveland, aan
de zuidkust van Tholen, op Zuid-Beveland tussen Yerseke en Kattendijke en
langs de noordkust van Noord-Beveland. Langs de Oosterschelde zijn onge
veer 25 inlagen. Langs de Westerschelde zijn er twee (bij Ellewoutsdijk en bij
Hoofdplaat) en ook op Goeree vinden we drie kleine inlagen (nabij Ouddorp).
De verschillende typen van inlagen hebben elk een daarbij behorende broed-
vogelbevolking. In de zoetere delen waar riet groeit komen we hoge dichthe
den tegen van Bosrietzanger, Rietzanger, Rietgors en Kleine Karekiet. Waar
riet groeit langs open water broeden Waterhoen en Meerkoet. Langs de oe
vers van het zoutere water, die soms begroeid zijn met grassen en worden
beweid en soms kaal zijn als gevolg van waterstandswisselingen, treffen we:
Kievit, Scholekster, Tureluur, Kluut, Bontbekplevier en Strandplevier. Vooral
bij de aanwezigheid van eilandjes in de inlagen broeden er ook Kokmeeuw,
Visdief en Noordse Stern. Daarnaast broeden er in vrijwel alle inlagen ook
verschillende soorten eenden.
De inlagen langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland behoren tot de uit or
nithologisch oogpunt belangrijkste van het Deltagebied.
Karrevelden zijn laaggelegen, doorgaans vrij natte, zilte gebieden langs de
zeedijk, ontstaan als gevolg van kleiwinning ten behoeve van dijkaanleg.