47 Globaal gesproken hebben ze dezelfde kenmerken als veel inlagen met zilte graslanden en kale stukken grond. Als regel hebben ze echter een waterhuis houding die afhankelijk is van de waterhuishouding van het aangrenzende polderland. Karrevelden komen vooral voor langs de zuidkust van Tholen en langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland. Ook bij de karrevelden kunnen we weer verschillende delen onderscheiden. De hooilanden hebben een broedvogelbevolking bestaande uit verschillende soorten eenden en uit wei devogels, waaronder Grutto en Tureluur. De beweide delen herbergen een weidevogelbevolking waarbij weer de grote dichtheid van Tureluurs opval lend is. Op plaatsen waar geen of een geringe hoeveelheid vegetatie aanwe zig is broeden soorten als Kluut, Bontbekplevier en Strandplevier. 1. Westenschouwense Inlaag; 2. Inlaag bil Burghsluis; 3. Koudekerkse Inlagen; 4a. Flaauwersen Weevers Inlagen; 4b. Karrevelden Prunjepolder; 5a. Suzanna Inlaag; 5b. Karrevelden achter Suzanna Inlaag; 6a. Cauwers Inlaag; 6b. Karrevelden achter Cau- wers Inlaag; 7. Karrevelden Levensstrijd; 8. Inlaag Havenhoofd; 9. Zuidhoek Inlagen; 10. Inlaag De Val; 11. Ouwerkerkse Inlagen; 12. Droge Inlaag van 1887. Beschrijving van inlagen en karrevelden op Schouwen-Duiveland Op bovenstaande kaart is de ligging van de inlagen en de karrevelden langs de zuidkust van Schouwen-Duiveland aangegeven. De Westenschouwense Inlaag (1) wordt tegenwoordig doorsneden door een verhoogd, met asfalt bedekt, werkterrein van Rijkswaterstaat. Bij de aanleg

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 47