63 Uit de grafiek blijkt duidelijk dat in oktober frequente doortrek plaatsvindt. Daarna daalt het aantal vogels tijdens de wintermaanden. De voorjaarstrek van de Tureluur komt meestal vroeg, medio februari, tenzij het weer zodanig is dat stagnatie optreedt. Vermoedelijk moet de januaripiek aan vroege door trek toegeschreven worden. Zwarte Ruiter Uitgaande van de huidige gegevens kan geconcludeerd worden dat deze vo gelsoort bij uitzondering grotere aantallen dan tientallen te zien geeft. Wolff komt over vier jaren niet hoger dan 50. Ook recentere gegevens vertonen een zelfde beeld. Toch kunnen tijdens de doortrek in het najaar relatief zeer grote aantallen worden gezien, getuige het aantal tijdens de telling van september 1977 n.l. 1000. Ook elders uit de Delta zijn groepen van enige honderden die ren uit deze periode bekend. De trefkans om dergelijke aantallen tijdens tel lingen één maal per maand te zien blijkt vrij klein te zijn, waaruit kan worden geconcludeerd dat de doortrek van de hoofdmacht slechts korte tijd in beslag neemt. Groenpootruiter Deze soort is in het tijdsbestek van de wintertellingen niet noemenswaard aanwezig. Het betreft slechts tientallen vogels. In de winter ontbreekt de soort geheel. Kanoetstrandloper (tig. 8)

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 63