86 Visdief Noordse Stern Maasvlakte 5- 10 IJsselmonde en Hoekse Waard 5- 10 Biesbosch 5- 10 Haringvliet-Hollands Diep 54- 75 Grevelingen 618 4 Schou wen-Du iveland Westenschouwense Inlaag 1- 2 (1978) Flaauwers en Weevers Inlagen 75- 100 1- 2 Cauwers Inlaag 130- 150 15-20 Zuidhoek Inlagen 11 Ouwerkerkse Inlagen 2 Maire Oosterland 30- 35 (1978) Sint Philipsland en Tholen 146- 153 13-16 West-Brabant 10- 15 Noord-Beveland 1 Veerse Meer 360- 406 5-10 Walcheren 3 Zuid-Beveland 140- 156 3-5 Zeeuwsch Vlaanderen 270- 300 Hooge Platen 30 1- Totaal 1892-2086 50-69 Tabel 2: Overzicht van de aantallen broedparen van Visdief en Noordse Stern in het Deltagebied in 1978 en 1979. tisch als die van De Beer. In de jaren 1925-'30 broedde er een klein aantal, tussen 1931 en 1957 steeds vele duizenden, o.a. in 1946 6500 paar (Braaksma, 1958). Hierna ging het snel bergafwaarts met de aantallen en in 1958 broed den er 800 paar, in 1959 600, in 1960 400, in 1962 220 en in 1963 60. Sindsdien broeden er hoogstens nog enkele paren (Jaarverslagen De Beer). In 1979 was er een kolonie van 5 paar op een afgegraven zanddepot bij de Buitenhaven van Stellendam. Op het opgespoten terrein op het Hellegatsplein bevindt zich in ieder geval sinds 1963 een kolonie Visdieven. De meeste jaren broedden hier tussen 40 en 60 paar, in 1967 130 en in 1970 125 paar (Ouweneel, 1973 a, 1973 b; Baptist en Meininger, 1979 a). Op de Slijkplaat in het Haringvliet broedden in 1979 7 paar, of deden althans pogingen hiertoe. Door veelvuldig bezoek van recreanten zijn nagenoeg alle legsels verloren gegaan (Van den Berg Van der Neut, 1979). Grevelingen De eerste gegevens van de Hompelvoet zijn afkomstig uit 1957, toen er 7 a 800 paar Visdieven broedden. In 1958 broedden er „zeer veel". Tussen 1958

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1980 | | pagina 86