1?
groot aantal Meeuwen als Grote MantelmeeuwStorm-, Zilver- en Kokmeeuw.
Op de terugweg langs de branding werden we nogmaals geconfronteerd met
een enorme vervuiling van het strand, ditmaal in de vorm van plastic,
zoals: bekers, flacons van afwasmiddelen, bleekmiddelen, vlabekers enz.
die er werkelijk bij honderden lagen. Behalve deze rommel konden we toch
ook nog wel vogels waarnemen zoals een groep van ongeveer 300 Grauwe
Ganzen, die een eindje uit de kust op het water dobberdenenkele Drie-
teenstrandlopers, die met razendsnelle pasjes de bewegingen van de bran
ding volgden bij het opscharrelen van hun kostje; Scholeksters die met
hun lange rode snavels in het zand boorden en bezig waren enkele kokkel-
schelpen open te breken zagen we ook.
Een grote ontdekking voor de jongens was een fles waarin zich een briefje
bevond wat geheel in plastic was verpakt om het tegen het eventueel in
de fles doordringende zeewater te beschermen. Om het briefje uit de fles
te krijgen moest deze echter wel worden stuk gegooid en dat bleek op het
strand vlakbij de branding een niet zo gemakkelijke opgave te zijn.
De eerste poging om de fles kapot te gooien mislukte dan ook volledig
omdat het voorwerp dat door Remko voor een steen werd aangezien, een
bonk zeeklei bleek te zijn'. De volgende poging op een groot stuk basalt,
dat wat verderop werd gevonden, had meer succes, alleen was het de jon
gens cbor hun enthousiasme wel ontgaan dat er door de stroming bij vloed
een groot gat om de steen gespoeld wasdie nu geheel vol water stond.
In dit gat verdwenen dan ook alle scherven en tevens het briefje, wat
zelfs na langdurig zoeken niet meer werd teruggevonden. Deze tegenvaller
was echter weer spoedig vergeten toen we terug van de branding naar de
duinen een slenk moesten oversteken, wat op het eerste gezicht helemaal
geen probleem leek. Tijdens het oversteken ontdekten we echter dat er
zich in de slenk een dikke sliblaag bevond, maar toen stonden we er al
middenin en moesten we verder. Iedereen bereikte behoudens vuile laarzen
en wat modderspatten op de kleding spoedig de overkant. Remko echter
bleef middenin steken, verloor zijn evenwicht en viel daardoor voorover,
waarbij zijn handen, knieën en verrekijker geheel in de modder verdwenen.
Nadat hij er moeizaam was uitgekropen en alles in een duinmeertje zo goed
mogelijk had afgewassen, stapte iedereen zonder de moed te verliezen mon
ter verder, zelfs Remko.
Bij het oversteken van het terrein tussen de buitenste duinrichels en de
oude zeewering ontmoetten we enkele bezoekers waarvan er een ons vertelde
dat hij een eindje verderop sporen van reeën gezien had. Wilfred vond dan
ook dat deze bezoeker zich maar gelijk als lid van de vereniging aan
moest melden en de bezoeker had daar wel interesse in.
Wilfred had echter nog meer succes toen hij een eindje verder plotseling
een Roerdomp aan zag komen vliegen. De vogel zwenkte na ons gezien te heb
ben snel af en verdween achter de duindoomstruiken in een rietveldje.
Aan de voet van de zeewering zagen we nog enkele Koolmezen en een Hegge-
mus en natuurlijk weer een groot aantal Koperwieken en KramsvogelsBij
de auto aangekomen bleek iedereen toch wel wat hongerig en dorstig te
zijn geworden. Kees presteerde het dan ook om zijn in de auto achterge
laten thermosfles met chocolademelk in recordtijd helemaal leeg te drin
ken, waarmee we aan het einde waren gekomen van een wel wat vermoeiende
en koude, maar bovenal leerzame wandeling, zowel voor de jeugdleden als
voor de begeleiders.
Huib van Dam