46 Het is dus goed mogelijk dat bepaalde verschillen zéér tijdelijk zijn. De cijfers kunnen beïnvloed zijn door b.v. het ongelukkig samenvallen van veel zeekoeten voor de kust en veel olie op het water. Maar toch blijft het een gegeven dat ook andere tellingen (o.a. verwerkt en beschreven door C.J. Camphuysen) een bovenstaand beeld geven. Afsluitend kunnen we stellen dat een onderzoek zoals in de winter 80/81 gehouden, bijzonder nuttig is. Een onderzoek is onmogelijk zonder voldoende deelname van medewerkers. Geruchten in den lande als zou in het Deltagebied géén onderzoek naar stookolieslachtoffers kunnen plaatsvinden als gevolg van te weinig mede werkers is niet gegrond. Als medewerkers willen we danken: - Natuur- en Vogelwacht West Zeeuws-Vlaanderen - KNNV Vogelwerkgroep Walcheren - KNNV Vogelwerkgroep Goeree-Overflakkee - KNNV Vogelwerkgroep Voorne-Putten - Staatsbosbeheer Zeeland - W. Phaff - C.J. Camphuysen - Vogelwerkgroep Schouwen-Duiveland Ted Sluyter en J. Pannekoek namens VWG Schouwen-Duiveland. Het percentage dode zeekoeten is sinds 1958 verdubbeld. Foto P.Z.C.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 12