Natuur- en landschapsbeheer op Goeree-Overflakkee 55 Natuurbeheer is in ons gecultiveerde en dichtbevolkte landje helaas bittere noodzaak omdat de nog aanwezige "natuur" vaak is ontstaan door ingrijpen van de mens in vroeger eeuwen. Bijvoorbeeld dijken: door men sen opgeworpen en daarna beweid of gemaaid met als resultaat een soor ten- en bloemrijke grasvegetatie (zie ook de vorige Sterna, p. 7-9). Voor veel mensen een mooi stukje "natuur". Maar zo'n stukje natuur be staat slechts bij de gratie van het door de mens gevoerde beheer. Wordt het beheer geïntensiveerd, dan ontstaat een vrij soortenarme grasvegeta tie, die door niemand als fraaie natuur zal worden bestempeld. Radicaal stopzetten van het traditionele beheer werkt ook verarmend. Willen we de grasdijken houden zoals ze altijd zijn geweest, dan is daar maar één oplossing voor: doorgaan met het traditionele, vrij extensieve beheer Voor bomen en struikgewas geldt ongeveer hetzelfde. Uitgestrekte, na tuurlijke bossen hebben we hier niet. We moeten het doen met wat scha mele fragmenten in de vorm van kleine bosjes, houtwallen, bomenrijen en wat restanten van struwelen. Een groot, natuurlijk bos verjongt zich zelf; onze bosfragmenten bestaan bij de gratie van de mens, die voor regelmatige verjonging zorgt. Dit gebeurde vroeger omdat het houtgewas functioneel was als veekering of als leverancier van brand- en gerief- hout. Nu deze functies zijn overgenomen door prikkeldraad en van elders aangevoerd hout, blijft het beheer van het houtgewas achterwege. Resul taat: aftakeling. Willen we deze "natuur" behouden, dan moet het oude, traditionele beheer gehandhaafd blijven. Het maken van hroedgelegenheid voor oeverzwaluwen op het zanddepot bij Stellendam. Foto K. Tanis.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 21