Boerenbedrog 37 Langs de zuidkant van Goeree ligt op de overgang van Westduinen naar polder een duingrasland met vochtige laagten. Het terrein wordt aan de noordzijde omgeven door schrale akkerbouwpolders en in het zuiden be grensd door de Oudelandse Zeedijk. Het natuurgebied heeft een grootte van ruim 3 ha. Het westelijk deel bestaat uit tamelijk droog, reliëfrijk grasland met veel Engels raaigras, goudhaver en scherpe boterbloem. Op de duintjes en duinhellingen komen vegetaties voor met veel zandzegge, fakkelgras, echt walstro maar ook zeldzame soorten als gestreepte klaver, ruwe kla ver, liggende klaver, zeegroene zegge e.d. In de zestiger jaren stond er nog struikheide op enkele duintopjes. Het oostelijk deel heeft het karakter van een duinvallei met plaatselijk opslag van kruipwilg, duin doorn, hondsroos en brem en een deels verland poeltje met veel riet om geven door een laaggelegen drassig grasland met vochtminnende soorten als drienerfzeggezeegroene rus, heelblaadjesdrie soorten orchideeën en addertong. Op de overgangen naar het drogere grasland komen waarde volle soorten als stomp kweldergras, bonte paardenstaart, trilgras en vlakke bies voor. In en rond het poeltje worden zeer veel amphibiën aangetroffen waaronder bruine kikker, groene kikker, gewone pad, rugstreeppad en kleine water salamander. Jaarlijks worden een 13-tal broedvogels genoteerd met als uitschieter Preekhilpolder Foto K. Tanis

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 3