Japans Bessenwier, een lastige nieuwkomer? 42 In april 1977 ging drs. W.F. Prudhomme van Reine, algologisch medewer ker van het Rijksherbarium in Leiden, naar Engeland om zijn licht op te steken over het Japans bessenwier dat daar sinds 1973 langs de zuid kust groeit en bestreden wordt. Toen hij half april thuis kwam lagen de eerste in Nederland gevonden exemplaren op hem te wachten. De heer J. Viergever had deze planten op het strand bij Renesse gevonden. Meerdere vondsten volgden en op het ogenblik kan men overal langs de Nederlandse kust aangespoeld bessenwier aantreffen. Vorig jaar werden de eerste vastzittende planten op Texel en in de Grevelingen gevonden. Bij nader onderzoek bleek dat in het westen van de Grevelingen het bessenwier overal op de stenen dijkglooiingen groeide. Later werd ook bessenwier in het havenkanaal van Goes gevonden. Japans bessenwier, Sargassum muticum, de geslachtsnaam is ontleend aan de Sargassozee, vormt lange, 2 tot 4 m, soepele bossen. De stengels zijn vrij dun, maar erg taai. Het wier, dat tot de bruinwieren behoort, dankt zijn naam aan de vele kleine besvormige drijfblaasjeswaaraan het makkelijk te herkennen is. De voortplantingswijze van dit wier geeft de jonge plantjes een grote overlevingskans en kan een grote verspreiding veroorzaken. Tegen het einde van het groeiseizoen laten vele zijtakken van de planten los en blijven op hun blaasjes drijven. Deze stukjes kun nen 3 maanden in leven blijven, zichzelf bevruchten en kiemplanten pro duceren. De kiemplanten worden na zo'n 10 dagen door de ouderplant los gelaten. Los drijvende plantedelen kunnen zich niet meer vasthechten. De jonge kiemplanten, sporen, hechten zich vast op een harde ondergrond en groeien uit tot een nieuwe plant. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog is het Japans bessenwier naar de Ver enigde Staten gekomen door invoer van Japanse oesters. Het groeit daar nu langs de gehele westkust. Waarschijnlijk is ook via de oesterhandel het wier in het begin van de jaren zeventig in Frankrijk en Engeland te recht gekomen. De plant kan veel overlast bezorgen, vooral voor kleine re boten die met hun schroef verward raken in de slierten van het wier. Ook kan overlast voor zwemmers ontstaan. In Amerika is geconstateerd dat het bessenwier sommige planten en dieren kan verdringen. In Japan heeft men altijd al last van het wier gehad, maar de 80 verschillende soorten die daar voorkomen houden elkaar door concurrentie redelijk in toom. In Engeland is men begonnen met de bestrijding van de plant, om dat gevreesd werd dat het daar ook, net als in de Verenigde Staten, overlast zou gaan veroorzaken. Chemische bestrijding was vanwege zijn schadelijk effect voor de rest van het milieu ongewenst. Bovendien bleek het wier ook op enige meters diepte te groeien, wat door de beweging van het water een slecht te bereiken plaats voor een bestrijdingsmiddel is. Mechanische bestrijding, lossnijden met een mes, blijkt echter ook niet afdoende. Wanneer een klein deel van de voetschijf blijft zitten, wat vaak gebeurt, groeit daaruit weer een volledige nieuwe plant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 8