3&e 14ia/ttmo (hrmJi^oiok^ oft ~FlzkJ<£& vfarinqvlLeh Stac/ TLarinqvUet cklualk na 1gS3 77 BASALJSTBBNJiO^ Gorzen en rietkragen: Dat was rond het midden van de vorige eeuw het beeld van de Martina CorneliapolderMisschien broedden er Grauwe gan zen of Watersnippen, vrijwel zeker Zomertalingen en Kemphaantjes. Het geheel zal er hebben uitgezien als de huidige gorzen tussen Stad en Den Bommel In 1877 werd het nu als bouwland in gebruik zijnde gedeelte van de Mar tina Cornelia bekaad door middel van een gewone vloedwaterkerende ring- kade en zo ontstond een graspoldertjeTen westen van dit Nieuw Omkade Poldertje lag de situatiegeul van de Brienenspolder en de rest, d.w.z. rietland en weigors, was door slechts een basaltsteenglooiing van het Haringvliet gescheiden. De "overwogen plannen om over te gaan tot bekading van het resterende gors kwamen tot dusver niet tot uitvoering" zo meldt Teixeira de Mattos in 1941. Zonder de watersnood van 1953 zou het misschien ook nu nog buitendijks terrein zijn. Nog in het rampjaar zelf werd de aanleg voltooid van een geasfalteerde buitendijk van de Stadsche Hoek aansluitend op de nieuwe van PallandtdijkDe nieuwe polder kreeg de naam Martina Cornelia en buitendijks bleef tot op de dag van vandaag een smalle strook gors over met enkele flinke rietkragen. De natuurwetenschappelijke waarde van de Martina Cornelia is vooral ge legen in het feit dat in deze polder ganzen pleisteren. Veel ganzen! Met recht kan worden gesproken van een ganzenpleisterplaats met nationa le bekendheid. De meeste in ons land voorkomende ganzen kunnen hier worden waargenomen: Brandganzen -soms meer dan vierduizend- en Grauwe ganzen -vaak meer dan

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 11