zeeland
recreatieland
V
/W /v- v
:s 4 -
-r» x
8(f)
>17» Tv
M
7
r^'
Slikken zijn bij uitstek geschikt
liefst zeegras. Het is van inter-
Zeeland herbergt het hele jaar
vele duizenden vogelsZe y-in-
cfen er ruimte en rust3 broed-
gelegenheid en fourageergebied.
De grootste aantallen vinden
we in het winterhalfjaar. Enke
le honderdduizenden exemplaren
verblijven dan korte of lange
re tijd in de delta. Op reis
van en naar de overwinterings-
gébieden in het zonniger zui
den. Of om hier te wachten tot
de weersomstandigheden in de
broedgebieden in het hoge
noorden beter zijn. Bekende
groepen zijn ganzen3 eenden en
steltlopers met soorten als
Rotgans3 Rietgans3 Smient3
Scholekster3 Wulp en Goudple
vier.
Enkele soorten stellen bijzon
dere eisen aan hun omgeving
De oudlandgebieden met half-
natuurlijke graslanden zijn
een dorado voor Ganzen en Plevieren,
voor steltlopers. Rotganzen eten het
nationaal belang3 dat het deltagebied een wijkplaats blijft bieden aan
de vele vogels. Als een parel aan de ketting van rustgebieden behouden
blijft.
Door allerlei ingrepen van de mens is de ruimte voor de vogels steeds
kleiner geworden. Nog steeds worden er voortdurend aanslagen op die
ruimte gepleegd.
Stadsuitbreidingen3 wegenaanleg3 afsluitingen van zee-armen3 toenemende
rekreatie: evenzovele bedreigingen. Oudlandgebieden worden door ruilver
kavelingen minder geschikt. Ontwatering3 verbeterde ontsluiting en inten
sivering eisen hun tol. Het is een taak van ons allen te zorgen3 dat
Zeeland ook in de toekomst een veilige plaats zal blijven voor vele vogels.
V HE MOETEN ZUINIG ZIJN MET DE RUIMTE VOOR VOGELS.'.'!
Zeeland is een eeht rekreatieland. Vooral het water, het strand en de
duinen zijn in trek bij Zeeuwen en niet-Zeeuwen. 's Zomers trekken de
rekreanten in grote getale naar deze provincie. Zeeland kan er veel her
bergenmaar soms zijn er teveel. Dan ontstaan problemen voor natuur en
milieu.
Veel mensen beseffen onvoldoende dat planten en dieren zich het best
ontwikkelen wanneer er geen verstoring plaatsvindt. Toch zijn ook hier
verschillen: op een Walchers landgoed zal een wandelaar nauwelijks sto
ren, maar in een inlaag met broedende vogels stoort hij enorm. Iemand
die een klaproos plukt uit een grote overvloed, stoort veel minder dan
degene die een z.eer zeldzame wollige distel afbreektVogels, die op
slikken voedsel zoeken, worden nauwelijks verstoord door een enkel, op
afstand varend schip, maar des te meer door een massale rekreatievaart
bij het rekreëren op de slikken en platen.
We moeten ons aanpassen aan de omgeving waarin we verkeren!