te behouden. Zo nodig moeten andere gebieden daarvoor ge schikt worden gemaakt. Ook weten ze te vertellen dat als zij niets doen deze vogels onherroepelijk zullen verdwij nen Je vraagt je dan af, zou de R.IJ.P. met die meneren Pinkers en Lassche zo precies weten wat de Grote Stern en ook die andere kwetsbare vogelsoorten op de Hompelvoet voor eisen stellen aan hun broedbiotoop? Zouden ze de problematiek in het veld hebben bestudeerd? En advies hebben ingewon nen bij onderzoekers en instellingen die zich met de vo gelstudie bezighouden? Nou, dat niet hoor! Hun studie van de Grote Stern is niet meer dan een onvolledig aftreksel waarin op onzorgvuldige wijze wordt weergegevn wat er over deze vogels bekend is. Er wordt gezwaaid met het werk van anderen en dan nog slecht ook. De sternkolonies op op de Hompelvoet hebben de heren nooit gezien (ze zouden er onmiddellijk door de vogelwachters worden afgestuurd) Van enige kennis terzake kan dus niet worden gesproken. We betwijfelen zelfs of de heren van de R.IJ.P. Grote Sterns in het veld zouden herkennen. Maar er is meer. Zo werd al eerder bij de Hompelvoet door de R.IJ.P. een rekreatie-eiland aangelegd, zogenaamd om de rekreatieve druk van dit kwetsbare natuurreservaat af te leiden. Er zijn er nog veel meer in voorbereiding! Maar waarom legt de R.IJ.P. niet eerst de rekreatie-ei- landen aan daar waar ze nodig zijn? Namelijk op de plaat sen die bestemd zijn voor de rekreatie zoals in de omge ving van de Brouwersdam en bij Bruinisse, waar thans reeds veel mensen verpozing zoeken. Zou dat misschien iets te maken hebben met de ware aard van de Rijksdienstname lijk proberen om zo lang mogelijk aan de gang te blijven? De taktiek zou als volgt kunnen worden omschreven: eerst het realiseren van projekten in natuurgebieden die straks -met een behoorlijke bestuurlijke struktuur voor het Gre- velingenbekken (het Schap)- zó omstreden zijn dat ze mis schien niet door zullen gaan en dan pas de echte rekrea- tievoorzieningen aanleggen die toch wel mogen gereali seerd Hoe goed de R.IJ.P. het met de natuur in de Grevelingen voor heeft, blijkt uit het eerder door hen uitgebrachte plan'voor de Stampersplaat. Dit eiland heeft een bestem ming met als hoofdfunktie natuurgebied. Om nu maar weer die "zorgwekkende rekreatieve druk" van het gebied af te

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 4