zaamheden. In het midden bevindt zich een eiland dat begroeid is met een dichte struiklaag. Naast het broeden van een aantal gewone soorten werd ook het broeden van de Wintertaling vastgesteld. In 1980 werd het broe den van de Fuut hier gekonstateerdEr werden jongen waargenomen, die echter na enkele dagen door de veelvuldig bij de plas voorkomende Zilver meeuwen werden opgevreten. Waarschijnlijk vallen ook veel jonge Kuifeen den en Meerkoeten aan de Zilvermeeuwen ten prooi. In de vochtige valleitjes aan de zuidzijde van het Zeepe wordt nog jaar lijks gebroed door 3 4 Wulpen. Dit komt vrij goed overeen met de schat ting van Van Haperen, die in 1975 voor het Zeepe 4-5 paar noemt. In de duingraslanden aan de zuidzijde van het gebied, die veelal vochtiger zijn dan die aan de noordzijde, broeden verder Paapje, Sprinkhaanriet- zanger en Kievit. In het noordelijk deel van het Zeepe, niet ver van het bos, werd het broeden van de Boomleeuwerik vastgesteld. Regelmatig werd deze zingend waargenomen. Ook in 1975 heeft waarschijnlijk een paartje van deze soort in het Zeepe gebroed. In de struwelen langs de oostzijde van het gebied broeden jaarlijks 1 2 paar van de Grauwe Klauwier. Ook in 1981 werden uitvliegende jongen waargenomen. In de duinstruwelen valt het veelvuldig voorkomen van de Grasmus, de Braamsluiper en de Nachtegaal op. De laatste soort broedt ook in het bos. Andere (jaarlijks voorkomende) broedvogels in het bos zijn Steenuil, Ransuil, Wielewaal, Grote Bonte Specht, Groene Specht en Holenduif. In het voorjaar van 1981 werden twee keer baltsende Boomvalken waargenomen. Voorzover bekend is deze soort echter niet tot broeden gekomen. Een an dere soort die regelmatig in het bos waargenomen wordt, maar waarvan het broeden niet vaststaat, is de Kuifmees. Gezien de waarnemingen gedu rende verschillende jaargetijden is het waarschijnlijk dat bij goed zoe ken het broeden van deze soort kan worden vastgesteld. Samenvattend kan gesteld worden dat het Zeepe een zeer belangrijk broed gebied is, waar naast een aantal typische duinvogels zoals Grauwe Klau wier, Paapje, Tapuit en Wulp ook verschillende andere kritische soorten, zoals verschillende bosvogels (Wielewaal, Ransuil), Velduil en Boomleeu werik tot broeden komen. Het is goed mogelijk dat bij een efficiënt toezicht zich nog verschillen de nieuwe broedvogels vestigen. In dat verband kunnen we met name enkele kritische roofvogels, zoals Boomvalk en (de ook in het verleden hier broedende) Grauwe Kiekendief genoemd worden. Soorten en aantallen broedvogels in het Zeepe in 1979. De tussen haakjes vermelde aantallen zijn geschat. JaJbeL 1 Dodaars Wilde eend Wintertaling Bergeend Kuifeend Slobeend Torenvalk Patrijs Fazant 1 Grasmus 18 Braamsluiper 2 Fitis 25 Tjiftjaf 3 Grauwe Vliegenvanger 1 Zwartkop 1 Tuinfluiter 2 Spotvogel 23 9 (60) (5) 2 (5) (5) (5) (2) (2) 2 2 Waterhoen Meerkoet Scholekster (25) Kleine Karekiet 4 Bosrietzanger 9 Sprinkhaanrietzanger 30 Wielewaal

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 7