Uó De natuur heeft zo zijn eigenaardigheden. Vaak zien wij de dieren een voor de mens onnavolgbaar gedragspatroon volgen. De vogelwereld kent talloze van deze schijnbaar onbegrijpelijke gedragswij zen3 doch vaak blijkt na intensief onderzoek dat deze gedragingen zéér duidelijke funk- ties hebben. Wat dacht u bijvoorbeeld van de Vlaamse Gaaien die midden op een mierennest gaan zitten en zich laten "mieren"; zij prikkelen de mieren om hun zuur af te scheiden. Na onderzoek bleek dat dit zuur gro tendeels alla parasieten had gedood die zich op de Vlaamse Gaai bevonden. Er zijn echter nog veel onopgeloste raadsels. Rond vogeltrek bijvoor beeld bevinden zich nog enige mysteries. Ik loop al jarenlang met de vraag wat de bedoeling is van een vreemd gedrag onder de Scholeksters3 welke ik tot nu toe twee keer heb waargenomen. De eerste keer (helaas ongenoteerd in mijn waamemingsboekje) moet zo'n acht jaar geleden zijn. Het was in een kleine baai3 gevormd door de Oostelijke havenpier en de Kurkenol (bij Zierikzee) oftewel: vlak naast de Zuidhoek-inlagen. Het was in de jaren dat ik dagelijks kwam op de "Zuidhoek"3 een prachtig stel inlagen. Het was eind zomer3 ik denk september. Het weer was aan genaams niet koud3 doch bewolkt3 het waaide 3 a 4 Beaufort. Samen met Herman-Jan Bijl liep ik op de inlaagdijk richting Oostelijke havenpier. Onze aandacht werd getrokken door het schelle overbekende "ge-piet" van drie scholeksters. Twee adulte (volwassen) Scholeksters zaten één juveniel (jong) achterna. Hun bedoeling was ons na enige sekonden dui delijk: de twee adulten probeerden het juveniel in het water te krijgen. Dat lukte hen niet zonder moeite. Tja3 er zat voor de "gedoopte" Schol ekster niet anders op dan zich zwemmend naar de kant te begeven3 de kant was zo 'n 40 meter van hem vandaan. Het was dan ook een erg vreemd gezicht om een Scholekster zo hoog op het water te zien "zitten"3 hij had wel wat weg van een vergrote franjepoot. Het zwemmen kostte veel tijd en moeite. Dat is ook geen wonder want Scholeksters hebben geen zwem)vliezen tussen de tenen. Wat schetst nu onze verbazing dat3 nadat hij (eindelijk) de kant had bereikt3 nog tweemaal werd teruggedreven. Daarna werd hij met rust gelaten. Het heeft tot 1981 geduurd voordat ik het voor de tweede maal te zien kreeg3 dat was augustus 1981. Toen zag ik iets dergelijks geschieden op het werkeiland Neeltje Jans. Bij nader overleg in de VWG bleek alleen Jos van Felius hetzelfde verschijnsel eens te hebben waargenomen. Name lijk op 26 september 1981 één zwemmende Scholekster in de Flaauwers-in- lagen en 24 oktober één in de Grevelingen. Het is voor mij nog steeds de vraag wat ait gedrag betekent. Is het misschien een "vertrouwd maken met het water"3 of heeft het wellicht met een territoriumgedrag te ma ken? Was het een "lastig jong" of hebben we te meken met een regelrechte moordpoging? Tot op de dag van vandaag heb ik geen passende verklaring. Reakties op dit artikel zoals gelijkwaardige waarnemingen of mogelijke verklaringen zie ik graag tegemoet.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 20