Het broedseizoen 1981 is door de Vogelwerkgroep gebruikt om een inzicht te krijgen in de broedpopulaties in verschillende duingebieden van Schouwen Een dergelijk onderzoek is destijds (1975) door A.M.M. van Haperen ver richt het leek ons daarom zinvol de eventuele veranderingen sindsdien te signaleren. We moeten echter stellen dat 1981 slechts een verkenning was. Het ligt in de bedoeling om 1982 als onderzoeksjaar aan te merken. Dit enerzijds omdat het voor velen van ons de eerste maal is dat we zangvogels inven tariseren, anderzijds omdat we het terrein nog te onvolledig "eigen" zijn. Toch lijkt het ons nuttig de gegevens van deze verkenning te pu bliceren Een werkelijke vergelijking met het onderzoek van Van Haperen laten we dan ook achterwege; we hopen dat na het onderzoek in 1982 te doen. In 1981 zijn er in totaal 12 gebieden onderzocht (zie kaartje), te weten: Struwelen Ooster-Doodskist (1); Struwelen Wester-Doodskist (2) Watergat (3) Vroongronden (4 5) Binnen-Buitenduin Verklikker (6, 7, 8, 9); Slotbos Haamstede (10) Twee gedeeltes binnen de Zeepeduinen (11 12). Het broedvogelrapport van Van Haperen ligt aan de basis van de keuze van de onderzochte gebieden. Slechts één van de 12 gebieden, door ons bekeken, kwam in dat rapport niet voor; op het kaartje vindt u dit gebied terug als nr. 8. Volledigheidshalve de namen van de inventariseerders P. KnapeCBerrevoets K. Leeftink (2) R.v.d. Male (1) J. Pannekoek (3) J.W. Vergeer (4, 5) P. Sturm (6) B. Verkerke (7) C. Kouwen, T. Sluyter (8) H. Rikhof, H. Walraven (9) C. v.d. Kreeke, T. Sluyter (10) J. v. Felius (11) A.C. v.d. Wees (12) LI nci NG TE1 GEBI EDEN INVENTARISATIE 1981

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1981 | | pagina 3