Stootvogelonderzoek, gestart in maart 1981, is een nieuw projekt van de Vogelwerkgroep. Helemaal terecht is de naamgeving niet, want Jagers en Uilen zijn eveneens opgenomen. Het is de bedoeling dat dit projekt enige jaren gaat duren. Een vaste looptijd hebben we nog niet vastgesteld, dat hangt onder meer af van het aantal waarnemingen (waarnemers) en de resultaten. Doch in ieder geval denken we aan minstens twee jaar. Om een redelijk exacte plaatsaanduiding te geven van de waargenomen stootvogel(s) wordt gebruik gemaakt van een aangepaste kaart behorend tot het Atlasprojekt (broedvogelswinter- en trekvogels). Deze kaart is ingedeeld in blokken van 5 x 5 km. Onze aanpassing bestaat uit het opdelen van die "grote" blokken in 25 kleine blokjes, elk één vierkante kilometer groot. Hoewel nog lang niet alle medewerkers hun ingevulde (maand-formulieren hebben ingeleverd, zijn er nu al interessante gegevens te vermelden. Voorts komt uit de al ingeleverde formulieren de vraag naar voren hoe het komt dat op een gegeven moment van zowel de Torenvalk als Bruine kiekendief alleen vrouwtjes zijn waargenomen. Van elke soort zullen ook verspreidingskaarten per maand worden opge steld. Dit om mogelijke en zekere broedgevallen er uit te lichten. In dit kader is het dan wellicht passend de drie zekere broedgevallen van de Bruine kiekendief te melden, die in 1981 op Schouwen-Duiveland door medewerkers zijn vastgesteld. Mochten- er lezers onder u zijn die belangstelling hebben om mee te wer ken, dan kunt u kontakt opnemen en kaartjes/formulieren ophalen bij on derstaande personen. Ted Sluyter, Burghseweg 69, Burgh-HaamstedeTel. 01115 - 3014. Johan Pannekoek, de Roos 10, Brouwershaven. Tel. 01119 - 1998.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1982 | | pagina 22