(lllgS^FSësSrëHïI
Tf
Vogels van Drenthe
onder redaktie van de Stichting Werkgroep Avifauna Drenthe. Eindredak-
tie: A.J. van Dijk3 J.H. Hilbrands3 B.L.J. van Os3 F. Smit368 pagina's;
gebonden in fraai linnen band. Prijs: 49390. ISBN 90 232 1846 9. Uit
geverij Van Gorcum3 Assen.
Onlangs verscheen wederom een lijvig boek over de vogels van een deel
van Nederland: "Vogels van Drenthe". Het verschijnen van dit boek bete
kent niet alleen een waardevolle aanvulling op de reeds verschenen reeks
streekavifaunasmaar ook het dichten van een "ornithologisch gat" in
Nederland
Drenthe is lange tijd één van de -wat vogels betreft- minst bekende de
len van ons land geweest. Plaatselijke ornithologen waren er niet veel
(en zijn er nog niet veel) en in de lijst van medewerkers (ruim 400)
prijken opvallend veel namen van mensen van buiten de provincie. Wellicht
heeft dit te maken met het toenemend aantal vakantiegangers in Drenthe,
en daarmee ook het toenemend aantal bezoekende natuurliefhebbers. Ook
voor Zeeuwse vogelaars heeft Drenthe veel te bieden. Bij een bezoek aan
deze provincie, waarbij men ook aandacht wil besteden aan de vogels, is
het zojuist verschenen boek een onmisbaar naslagwerk.
"Vogels van Drenthe" bespreekt zowel de broedvogels als de niet-broed-
vogels van deze provincie (268.000 ha). Het broedvogelonderzoek is voor
namelijk uitgevoerd door medewerkers van de PPD, vooral in de periode
1975-1980.
Na een inleiding en een (Nederlandse en Duitse) samenvatting wordt in
hoofdstuk 2 een beschrijving gegeven van de gevolgde werkwijze. Bij de
bespreking van de bij de broedvogelinventarisatie gevolgde methode wordt
volstaan met een aantal algemene opmerkingen. Een overzicht van verschil
len in volledigheid van de inventarisaties van verschillende gebieden
is niet opgenomen. De methodes gevolgd bij speciale tellingen van be
paalde soorten niet-broedvogels (o.a. watervogels, roofvogels, kraaien),
slaapplaatsen en trektellingen worden besproken.
In hoofdstuk 3 wordt op 9 pagina's het landschap besproken. Hoofdstuk 4
geeft een overzicht van de broedvogelbevolking van het landgoed Mensinge
in de periode 1963-1980.
Een erg interessant hoofdstuk is dat over vogels en hun slaapplaatsen.
Hier wordt duidelijk dat er vele (gecompliceerde) relaties bestaan tus
sen gebieden onderling. De vaak imponerende resultaten van slaapplaats
tellingen (b.v. slaapplaatsen van 41.000 kraaiachtigen8000 Grutto's,
5 k 10.000 Regenwulpen en 30.000 meeuwen) worden gepresenteerd in ta
bellen. Een nieuw element in een streekavifauna is het hoofdstuk over
rui. Het aantal verwerkte gegevens over dit voor vogels zo belangrijke
verschijnsel is echter vrij gering.
Verder zijn nog hoofdstukken opgenomen over roofvogeltellingen, over af
name en herstel van de roofvogelstand en over vogelonderzoek vóór 1970.