sub-adult. Even voor de duidelijkheid: een sub-adult is in het geval van de Bruine Kiekendief een derde-jaars dier dat haast volwassen is. (Vliegbeelden van Europese roofvogels) Eindelijk is het zover; prooi overdracht van het mannetje aan het vrouw tje. Dit (fascinerende) gebeuren is erg belangrijk om een broedgeval vast te stellen en zeker in juni of juli omdat dat een zeker broedgeval aangeeft (Atlas van de Nederlandse broedvogels) Het gebeurt als volgt: het mannetje komt met prooi aanvliegen, het vrouwtje vliegt van het nest op en vliegt het mannetje tegemoet. Na een paar maal speels rond elkaar te hebben gedwarreld gaat het vrouwtje onde steboven de prooi overpakken uit de klauwen van het mannetje. *"^Voor de laatste maal het sub-adulte mannetje in de direkte omgeving van j het nest gezien. Dat het adulte mannetje zolang zijn aanwezigheid heeft 1 geduld is wel een raadsel. Anderzijds begrijp ik niet dat het adulte man j netje de sub-adult als concurrent zag omdat een sub-adult toch nog niet 1 geslachtsrijp is. Het mannetje schroevend (als een buizerd) tot grote hoogte, waarbij j zich even later een andere Kiekendief voegde. Het leek mij een territo- j rium-schermutseling, omdat beiden elkaar flink in de "haren" vlogen. »j Dit hele schouwspel speelde zich op een zodanig grote hoogte af, dat het 1 niet meer met het blote oog te zien was. ^^Het mannetje kwam aanvliegen met prooi, waarna het vrouwtje van het nest opvloog en de prooi overnam. Toen het vrouwtje met prooi terugkwam bij het nest vlogen er twee luid schreeuwende jongen uit, die haar tegemoet vlogen, i Het verschil tussen de jongen en het vrouwtje was duidelijk te zien, i want jonge Bruine Kiekendieven zijn over het algemeen nogal een stuk >i donkerder dan het vrouwtje. Toen het vrouwtje de prooi in het nest had i gedeponeerd, vloog zij weer weg en kwam een paar minuten later weer met i prooi terug. ^Het mannetje kwam met prooi aanvliegen, waarna prooi-overdracht (in de lucht) plaatsvond aan een juveniele Bruine Kiekendief. Dat het vrouwtje de prooi overnam was mij wel bekend, maar dat het mannetje ook de prooi overgeeft aan de jongen was iets geheel nieuws voor mij. Het vrouwtje vloog een eind verder zoekend naar prooi. Tot zover dit broedverslag. Ik wil nog wel even sterk benadrukken dat ik nooit of te nimmer bij het nest ben geweest omdat de Bruine Kiekendief erg makkelijk te verontrus ten is. Als je het geduld op kunt brengen om een tijdje op een afstand te blijven staan zie je ook genoeg. Daarom raad ik iedereen aan om uit de buurt van nesten te blijven. Ik dacht zo uit dit verslag op te kun nen maken dat een afstand van ongeveer 500 meter nog dichtbij genoeg was om voldoende te kunnen zien. Het jachtareaal van dit broedpaar was onge veer tussen de 20 en 25 km groot, maar dit is erg moeilijk te bepalen omdat op enige kilometers van het nest vandaan moeilijk te zien was of het "mijn" Kiekendief was, of een andere. Dit areaal kan natuurlijk van jaar tot jaar verschillen omdat dat afhankelijk is van het prooi-aanbod. Wanneer er veel prooi-aanbod is zal de jachtoppervlakte natuurlijk veel kleiner zijn. Het kan misschien zijn door intensiever onderzoek, maar ik heb wel de indruk dat de Bruine Kiekendief goed in de lift zit op Schouwen-Duive-

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1982 | | pagina 16