Eksterpopulatie breidt zich over Flakkee uit 81 In Eilanden Nieuws van 29 april 1982 verscheen een artikel met als on derwerp de toename van het aantal eksters op Goeree-OverflakkeeHet verhaal lijkt te zijn geknipt of overgeschreven uit een bejaard tijd schrift, zó veel achterhaalde en onjuiste informatie heeft men in die paar regels weten neer te schrijven. Anno 1982 moet maar worden aange nomen dat het verhaal over de "brutale rovers en de kleine eendjes" een misser is van de plaatselijke nieuwsgaring en hooguit tot genoegen kan zijn van kringen die "eendjes" en "overig klein wild" liever zelf tot prooi verklaren. Er blijven lieden die de ekster nog altijd verwijten dat ie zwart ziet OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOCOOCOOOOOOCOOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOCOOOPOCOO^ Oorzaak van de komst naac hier is waarschynlijk dat de oorspronkelijke ekstergebieden te weinig voedsel meer opleveren. De eksters, die ook prijs stellen op een eigen territoir zoeken dan nieuwe gebieden waarin ze nu ook Flakkee blijken te hebben betrokken. Ze kunnen zich als brutale rovers laten gelden en kleine eendjes en overig klein wild ,vait hen dikwijls ten prooi. Er is een lange periode geweest waarin op Goeree Overtlakkee nauwelijks eksters voorkwamen, maar daar is de laatste jaren drastisch verandering in gekomen; ze komen 'nu steeds veelvuldiger voorOverigens is dat tot wetniger genoegen omdat de ekster (aaseter van origine) 2;jch a.m. tegoed doet aan de eieren van broedende vogels en ook aan jonge vogels zodat dit kleingoed meer geweld wordt aangedaan naarmate het eksterbestand zich uit breidt Tot voor 1970 moest de Flakkeeèr die een ekster wilde zien tenminste naar de Voornse duinen, de dichtsbijzijnde plaats waar *e voorkwamen. Zelfs in een natuurgebied als de K wade Hoek heten ze tot dan niet zien maar nu zijn de grote eksternesten op vele plaatsen van het eiland waar te nemen Jaarlijks Jeggen ze 4 a 6 eieren zodat de ekster populatie zich vrij snel ken Ontwikkelen. Weliswaar worden ze afgespboten maar menige ekster zal die dans weten te ontspripgen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1982 | | pagina 3