1?
en en/of zeer gevoelig zijn voor verrijking met stikstof zijn verdwenen
of verarmd. Maar omdat het Schouwse duingebied zo groot en breed is,
hebben enkele plekjes aan de sluipende verdroging kunnen ontsnappen.
Hierdoor is een aantal kwetsbare soorten niet geheel uit het duin ver
dwenen.
Vooral de Vroongronden waren vroeger zeer rijk en zijn sterk ver
armd. We vrezen echter dat het met de Zuidelijke duinen niet veel
beter is gesteld, maar dat het simpelweg ontbreekt aan voldoende histo
rische gegevens. Evenals in een aantal duingebieden op Goeree ligt de
oorzaak in een combinatie van verdroging en het opgeven van traditioneel
beheer, zoals extensieve begrazing. In de Verklikkerduinen zijn veel
valleien verdroogd en geheel begroeid met struweelDe absolute achter
uitgang van nog maar een beperkt aantal soorten hier tot nu toe dankt
het gebied en daarmee het gehele duingebied van Schouwen aan een in ver
houding gering oppervlak in een tweetal vochtige, jaarlijks uitgemaaide
valleien in de Oostelijke Verklikker.
Met het oog op de toekomst
Door de rigoreuze vastlegging van de hoge duinen is een specifiek
element van het levende duin er aan ontnomen, namelijk de mogelijk
heid om zichzelf regelmatig te verjongen. Door te veel menselijke be
moeienis is het duin van zijn dynamiek beroofd, waardoor de verscheiden
heid aan levensvormen op veel plaatsen sterk is afgenomen. In een zo
breed duingebied als op Schouwen dient dan ook meer dan nu te worden
bezien waar zonder gevaar voor de kustverdediging of de polder het spon
tane verstuivingsproces kan worden toegestaan.
Een ander gevolg van de vastlegging is, dat het grondwater zover is
gedaald dat tevens bijna alle vochtige milieus zijn verdwenen. In de
Zuidelijke duinen is het vooral de dennenplantage die verantwoordelijk
is voor de verdroging, helaas doorwerkend tot ver buiten het terrein
van de aanplant. De invloed van de waterwinning is na aanvang van de
infiltratie relatief veel minder groot en de verdroging van Zeepe- en
Meeuwenduinen is dan ook thans vooral nog het gevolg van de enorme ver
damping van het inmiddels fors uitgegroeide naaldhout. In de Vroongron
den en de Westelijke Verklikker wordt de verdroging veroorzaakt door
een complex van factoren zoals de dennenaanplant (I), de waterwinning,
de polderpeilverlaging na 1953 en het drainagestelsel van Westeren en
Oosteren Ban. Dit afwateringsstelsel, deels bestaande uit vroegere duin
beken en deels uit gegraven waterlopen, is al heel oud en werd regelma
tig verbeterd in een tijd dat de duinen nog zo nat waren dat de boeren
van de binnenduinvlakte veel wateroverlast hadden In deze tijd
waarin door bovengenoemde oorzaken de watervoorraad van de duinen sterk
wordt verminderd, bestaat het dat de effektiviteit van deze drainage
van duin en vroon op traditionele wijze in stand wordt gehouden. Met de
moderne middelen van nu wordt het kostelijke duinwater waarop we zo zui
nig zouden moeten zijn in snel tempo via de polder in de Oosterschelde
gemalen