TèiiMaJct/jz In de polders, speciaal op Schouwen, gebeuren geheimzinnige dingen in de slootkanten. De ene slootkant is namelijk de andere niet. Dan weer zie je dat een slootkant normaal begroeid is met gras en kruiden, maar even verderop lijkt het wel of er gif in de bodem zit. Zo dood als een pier, niets wil er groeien. De overgang van levend naar dood verloopt abrupt, vrijwel altijd precies op een eigendomsgrensBijvoorbeeld waar een watergang van het waterschap eindigt en een kavel van een grondge bruiker begint. Passeert de onbegroeide slootkant hof en tuin van een boerderij dan blijkt ook hier op enkele ingeplante struiken na, niets te willen groeien. Lekker schoontjes blijkt hier lekker dood. Al spoe dig zien we dat dit niet komt door de loslopende kippen Nog tot in november zien we een boer met rugspuit de slootkanten van zijn perceel aflopen om de laatste minieme grasjes die het wagen de kop op te steken de wereld uit te spuiten. Wat beweegt zo'n man? Buiten het feit dat het natuurlijke milieu blijkbaar zijn milieu niet is, kan het toch ook zijn belang niet zijn om straks bij hevige regenval zijn vers geploegde akker in de sloot te zien afglijden? Juist een stevige zode in de slootkant, in stand gehouden door maaien, voorkomt oeverafschui ving en bespaart duur delfwerk. Verder onderzoek leert dat het onder de boeren met name 50+ is, dat nog zo handig bij alles de gifspuit gebruikt. Zij zijn in de spuitgewoonten van de 50er en 60er jaren blijven steken. Met de verkaveling is de polder om agrarische motieven recht en strak getrokken. Het polderlandschap kent niet veel afwisseling meer en na tuurlijke elementen zijn er schaars. Alleen bermen en slootkanten zou den nog een leefplekje kunnen bieden aan een aantal planten en dieren. Het zou dan ook plezierig zijn als met de vele teeltadviezen en andere voorlichting, die tegenwoordig aan de boeren wordt gegeven, ook aan de ze materie eens aandacht zou worden besteed. Niet alle natuur kan worden omgezet in nuttig gewin voor de boer. Dat is evenwel nog geen reden om buiten de akker die natuur dan maar dood te spuiten. Juist de boer, die zo afhankelijk is van de natuur, zou dat toch moeten weten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 5