Ondanks deze maatregelen blijft het aantal Zilvermeeuwen van jaar tot
jaar toenemen. Er werden twee dode geringde exemplaren gevonden waarvan
de eerste als 2 jaars vogel geringd was te Blankenberge (B.) en de
tweede als nestjong bij Wassenaar (resp. in '80 en in '79). Het zullen
dus veelal jonge vogels zijn - afkomstig van kolonies elders in het
Deltagebied - die zich op de Hompelvoet vestigen. In de komende jaren
zullen daar de jongen die op de Hompelvoet groot geworden zijn nog bij
komen, zodat de vestigingsdruk verder zal toenemen.
Voor hun voedsel vliegen de meeste Zilvermeeuwen naar zee, al worden
daarbij de vuilniszakken aan de Brouwersdam allerminst geschuwd. Anderen
proberen op de Homplevoet hun kostje op te scharrelen bvlangs de oever
verdediging die daarvoor in een aantal goed bewaakte voedselterritoria
is verdeeld. Schelpdieren maar vooral Strandkrabben zijn hier de meest
begeerde prooi. Meeuwen die zich in het broedseizoen op eieren en jonge
vogels specialiseren blijken dikwijls dicht bij de kolonies zo'n stukje
van de oever als territorium te hebben.
Begin april ontstond grote onrust in de overnachtingsgroep van Grote
Sterns vanwege een Zilvermeeuw die volwassen vogels pakte en die ter
plekke op at. Het hele sociale gebeuren, balts en paring - van belang
voor een goede gelijktijdig verlopende vestiging - werd danig verstoord
omdat de grote groep in kleinere groepjes uiteen viel, waarbij veel vo
gels wegtrokken. Voor deze Meeuw werd een afschotvergunning aangevraagd
maar toen die binnen was werd het genoemde gedrag niet meer waargenomen,
zodat er geen gebruik van gemaakt is
Spontane Helmvegetatie in het ingezaaide middengebied.
Hier bevindt zich de kern van de kolonie Zilvermeeuwen.