EP>T*J—
De hinnenduinen van zuidwest Nederland
98
Historische geografie en landschapsecologie.
Scriptie M.O. II Aardrijkskunde katholieke leergangen
- Tilburg 145 pp. - Auteur Frans Beekman (1983).
In het kader van zijn studie geografie heeft Frans Beekman, bestuurslid
van de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duivelandeen afstudeerscriptie
gemaakt over de binnenduinen van Zuidwest-Nederland. Het binnenduin-
landschap met zijn lange ontstaansgeschiedenis is voor hem als historisch
geograaf een aantrekkelijk studie-object. Dit halfnatuurlijke landschap
leent er zich namelijk ook vandaag de dag nog toe om de wisselwerking
tussen (vroeger beperkte) menselijke invloeden en natuurlijke processen
die samen aan het landschapsbeeld ten grondslag liggen, te herkennen en
te beschrijven. Voor een juiste beoordeling en waardering van het land
schap is dan ook niet alleen studie nodig van de fysische geografie en
de cultuurlijke ingrepen die in het verleden hebben plaatsgevonden. Min
stens zo belangrijk is de kennis van de gemeenschappen van planten en
dieren die in het binnenduin leven en die zich onder invloed van mense
lijke ingrepen anders hebben ontwikkeld en nog ontwikkelen dan in een
situatie zonder menselijke bemoeienis.
Frans Beekman geeft aan dat voor het verrichten van de studie kennis
nodig is van een aantal vakgebieden, die in dit geval verenigd zijn in
één persoon. Zonder de ecologische inbreng zou de studie immers niet
volledig zijn geweest. Hoewel niet behorend tot zijn vakgebied (maar wel
uit persoonlijke interesse!) is het dan ook aan zijn kennis van de bio
logie van het binnenduin in het algemeen en een begrip als successie in
het bijzonder, te danken dat de komplete benadering hier zinvol is en
tenslotte een boeiend resultaat heeft opgeleverd.
Zonder ook maar iets aan de studie tekort te willen doen, wil ik graag
een aantal wetenswaardigheden uit de verschillende hoofdstukken, die
naar ik verwacht vele lezers van Sterna interesseren, hier kort samen
vatten. Ook wil ik even ingaan op de landschapswaardering van de Schouwse
binnenduinen (o.a. de vroongronden) waarmee het rapport wordt besloten.
In het hoofdstuk over het ontstaan en de ouderdom van de binnenduinen
blijkt dat deze in Zuidwest-Nederland nieuw zijn gevormd in een gebied
van strandvlakten en schorren in de periode 900 - 1050 n. C. Grote delen
van de binnenduinen op Goeree en Schouwen zijn in latere tijd omgevormd
tot akkerland en nu dus niet meer geschikt om de oorspronkelijke hoogte
en morfologie te bestuderen. Wel nog oorspronkelijk zijn de Westduinen
op Goeree en het gedeelte van de vroongronden bij Renesse. Het accent
van de studie ligt wellicht hierdoor op de binnenduinen van Goeree en
Schouwen