116 Tot 1683 wilde de polder het water uit de Bannen niet eens hebben, 's Win ters had men er al wateroverlast. Destijds moesten de Bannen, middels (soms vergraven) duinbeekjes afwateren op het strand via het Watergat, ook Palinxgat genoemd. Door de enorme verstuivingen in het begin van de 17e eeuw stoven de wateringen regelmatig dicht, waardoor de boeren van de duinvlakte veel wateroverlast hadden (Beekman, 1983). Na 1900 en vooral na 1953 doet de polder haar uiterste best het zoete water zoveel mogelijk uit de duinen te trekken en via de poldersloten in de Ooster- schelde te pompen. Een stiefmoederlijke behandeling! De fruittelers klaagden in die jaren bij de waterleidingmaatschappij over te lage zomergrondwaterstanden en vermindering van de oogst. Met even goede reden had men ook zijn beklag kunnen doen bij de beheerder van het bos die meer nog dan de waterleiding verantwoordelijk is voor de vermindering van het uitzakken van zoet water uit de hoge duinen (Van Ee, 1983). Dat werd evenwel in die tijd nog niet beseft. Maar waar om niet geklaagd bij het waterschap? Juist deze instantie -opgericht om agrarische belangen te behartigen!- had immers het evenwicht in de duin vlakte verbroken door na 1953 de afwatering sterk te verbeteren. In een verslag van de gemeenteraadsvergadering van Westenschouwen over de gevolgen van de aanleg van de rekreatieriolering dat verscheen in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 22 december 1970 maakt een aantal raadsle den van verschillende politieke partijen zich ernstig zorgen over de verdroging van de binnenduinenDe een meldt dat "de steeds afnemende watervoorraad de bevolking ten zeerste verontrust", terwijl een ander "het nutteloos wegvloeiende water achter de Lagezoom wil opvangen en terugpompen naar het duingebied". Een derde wijst -eindelijk!- op het feit dat "ook het waterschap schuldig is aan de steeds verdergaande ver droging door het verlagen en uitdiepen der sloten". Het verwijderen van stuwtjes en de plaatsing van elektrische vijzelgemalen op de Duinhoeve en het terrein van de gemeente achter de Julianahoeve was dit raadslid blijkbaar niet bekend. De desbetreffende wethouder, later dijkgraaf, komt in zijn antwoord evenwel niet verder dan de opmerking dat "vorig jaar 750 mm regenwater viel en nu nog maar 500 mm". In 1980 blijken de twee gemalen samen meer dan een miljoen m3 uit te slaan of te wel één miljard liter helder, zuiver duinwater! De drainage in zijn geheel betekent een plaatselijke verlaging van de grondwater stand in de vroongronden van een meter of meer, terwijl daar dan ook de

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1983 | | pagina 6