De/?roedvogelhilinde§aspHP—
Een waterplas zomaar ergens in de polder. Aan drie zijden geflankeerd
door dijken en in die plas een eilandje. Aan de kant ligt een roeiboot
en in de weilandjes om de plas lopen doorgaans schapen. Zo zouden velen
de Sasput beschrijven. Aan de hand van Wilderom's "Tussen Afsluitdammen
en Deltadijken" eerst een korte samenvatting van de ontstaansgeschiede
nis van de Sasput om vervolgens nadere bijzonderheden te vertellen over
de broedvogelhil
De Gouwe was de geul die Zierikzee, via een afsplitsing in Sunnemare en
Dijkwater, verbinding gaf met de Grevelingen in het noorden en de Oos-
terschelde in het zuiden. Tussen 1350 en 1500 werden in het noordelijk
deel van de verlande Gouwestroom de Gouwepolders tot stand gebracht. Zo
werd in 1374 de polder Noordgouwe gevormd. In 1610 werd de Gouwe in het
zuiden afgedamd door middel van de zogenaamde Steenen Dijk. Zodoende
was er tussen de Oosterschelde en de Grevelingen geen open verbinding
meer. De voormalige scheepvaartgeul Dijkwater) deed vanaf dat moment
dienst als afwatering voor de omliggende polders en algehele verzanding
kon niet uitblijven. Het Dijkwater le gedeelte (tussen Steenen Dijk en
Sasdijk) werd polder na polder bedijkt. Om het overgebleven Dijkwater
(we bedoelen nog steeds het le gedeelte) nog te benutten als spuiboezem
voor de haven van Zierikzee en voor het noordelijk deel van de Dijkwater-
geul werd in 1646 het zogenaamde "Verste Sas" gebouwd op de plaats van
de huidige Sasput en in 1671 het "Dichtste Sas" bij Zierikzee. Schouwen
en Duiveland waren nu middels dammen met sluizen met elkaar verbonden.
De Sassen konden dienst doen als spuisluis om de haven van Zierikzee
door te spuien bij laag water. Ze konden dienst doen als suatiesluis
voor de afvoer van polderwater uit de Gouwepolders en Dijkwaterpolder-
tjes. Bovendien deden ze dienst als hoogwaterkeersluis bij hoge water
standen.
Gouwe stroomgebied 12e eeuw (naar A.A. Beehnan)