Bij de Stormvloed van 1825 vergat men het Verste Sas te sluiten en zo overstroomden enige polders. Mede door dit voorval besloot men het Verste Sas te vervangen door een gronddam, hetgeen in 1843 werd uitgevoerd. Nu was er geen verbinding meer tussen de Grevelingen en de Oosterschelde In het kader van de herverkaveling zijn de meeste duinen in het voorma lige Dijkwatergebied afgegraven. De dijken om de Sasput zijn restanten van oude polderdijken. De Sasput is samen met de omliggende weilanden en dijken in een bestem mingsplan van de gemeente Zierikzee aangegeven als Natuurgebied. Natuurgebied Wanneer men een bepaald gebied de officiële status verleent van Natuur terrein, dan betekent dat niet automatisch dat de natuurwaarde van het gebied is veiliggesteld. In de regel is het ook nodig om een beheersplan voor zo'n gebied op te stellen. Voor zover mij bekend ontbreekt het voor de Sasput aan een dergelijk plan. Vanuit het bestuur van de Natuur- en Vogelwacht is de wenselijkheid naar voren gebracht het achterstallig on derhoud van de Sasput aan te pakken, met name het onderhoud van de broed- vogelhil. Nadat het achterstallig onderhoud is weggewerkt dient er een beheersplan te komen voor het jaarlijks onderhoud van de broedvogelhil en eventueel ook het omliggende terrein voor zover het is aangewezen als natuurgebied. Het bestuur van de Natuur- en Vogelwacht acht het wenselijk dat één en ander geschiedt in overleg en goede harmonie met de pachter(s) Verleden Vroeger, d.w.z. vóór 1953, broedden er sterns en meeuwen op het eilandje in de Sasput. De hil was een zogenaamde "Vogelarij". De eieren werden geraapt en het beheer geschiedde vanuit een commerciële motivatie. Over woekering van de hil zou deze ongeschikt maken als broedplaats en dus werd de hil goed onderhouden. Voor nadere bijzonderheden over de "voge larij" verwijs ik hier naar het "Vijverberg-boekje", waarin meer infor matie over dit onderwerp is te vinden. Er zijn meerdere verhalen in omloop over het verdwijnen van de broedvo- gels van de hil in de Sasput. 1. Rond 1955 zou een Bunzing alle broedende vogels hebben uitgemoord en verjaagd. Het volgende jaar keerden er geen broedvogels terug. 2. Volgens een soortgelijk verhaal maakten ratten het eiland onveilig en verstoorden ze de vogels. Tenslotte werden de broedvogels verjaagd. 3. In 1957 keerden er geen broedvogels terug naar de Sasput. Na 1953 was het aantal steeds kleiner geworden. De vogels zouden zich hebben ge vestigd in het huidige DijkwaterreservaatDit lag dichter bij het buitenwater en was daarom aantrekkelijker. 4. Door het niet onderhouden van de hil verruigde deze sterk en konden in ieder geval de sterns zich niet langer handhaven. Toen één van de vorige pachters besloot tot het houden van konijnen en kippen op de hil, was het gedaan met de broedvogels.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 1984 | | pagina 15