1?
Vanaf eind december 1983 kwamen weer regelmatig meldingen binnen over
olieslachtoffers op onze stranden. Het begon in de laatste week van de
cember, met voornamelijk Futen. Later in januari waren het vooral weer
Drieteenmeeuwen en Alk-achtigenPersberichten van begin januari spreken
van een niet verontrustend aantal vogels.
Een woordvoerder van de Directie Noordzee van RWS noemde de aantallen
vogels verontrustend, maar noemt als belangrijkste, bijkomende reden, de
trek van de zeevogels (Telegraaf 4-1-1984)Toch vind ik het opvallend
dat jaarlijks de aantallen toenemen in dezelfde periode.
Dit zal volgens mij zowel met de trek als met het Kerstreces verband hou
den: wie kontroleert er op illegale lozingen tussen de Kerst en Nieuwjaar?
Ook erg vreemd vond ik het bericht in de PZC van 12-1-1984, waarin de
landelijke koördinator stookolieslachtoffertellingen van SBB de nu aan
spoelende aantallen vogels in geen verhouding staand noemde met de aan
tallen die vorig jaar in dezelfde periode aanspoelden.
Helaas heb ik over deze periode in 1983 (wegens ziekte) geen vergelij
kingsmateriaal
Maar nog meer bevreemdt het me dat hij als veroorzaker de tanker Stylis
aangeeft, terwijl de ramp met de Stylis niet in de winter 1982-1983
plaatsvond, maar in 1980-1981. Me dunkt dat men van een persoon in een
dergelijke funktie meer kundigheid van zaken mag verwachten. Ook is het
niet reëel om de jaarlijks terugkerende slachtingen onder de zeevogels
te vergelijken met de grootste slachting aller tijden. Dan kan men altijd
wel zeggen dat het meevalt.
Vergelijking 1983-1984:
Schouwen 1983, periode 16-1 t/m 13-2:
83 getelde km's, 443 slachtoffers; is gemiddeld 5,3 per km.
Schouwen 1984, periode 15-1 t/m 11-2:
65 getelde km's, 656 slachtoffers; is gemiddeld 10 per km.
Goeree 1983, periode 21-1 t/m 10-2:
18 getelde km's, 114 slachtoffers; is gemiddeld 6,3 per km.
Goeree 1984, periode 25-1 t/m 11-2:
48 getelde km's, 526 slachtoffers; is gemiddeld 10,9 per km.
Dit zijn toch aantallen die voor zich spreken, en duidelijk mag zijn dat
de situatie zeker niet beter is dan in 1983.
Veel dank aan alle tellers die me hebben geholpen en daardoor dit schrij
ven mogelijk hebben gemaakt.
Simon Hart
(regionaal koördinator NSO
(Nederlands Stookolieslachtoffer Onderzoek)