li
De noordkust van Schouwen en Renesse tot Scharendijke was ook een aan
trekkelijk excursie-gebied voor het N.J.N.-kamp van 1938. Met behulp van het
schetskaartje uit het Logboek zullen we een paarterreinen afgaan. Allereerst
de Zoeten en Zouten Haard. Meteen in het begin bij het rechthoekje met kruis
een prachtig terrein voor insecten. Er was daar een kolonie van enige honder
den nesten van de Harkwesp (Bembex rostrata), de grootste Nederlandse
graafwesp. Ook op de Blauwe Zeedistel die daar in de duintjes stond zaten
veel insecten. Verder groeide daar boven in de zeereep Eikvaren en aan de
duinvoet Zeepostelein, Zeeraket en Loogkruid.
Bij B lagen jonge duintjes met Biestarwegras. Bij Z Zeewinde en Driedistel.
Verder bij xx „nog een zzzdat ik niet zal vermelden. Hoop dat latere vinders het
ding met evenveel piëteit behandelen" zoals men in het Logboek 1938
schrijft. Deze plant bleef voor mij dus ook onbekend, hier valt nog wat uit te
zoeken!
Er is in Nederland al veel speurwerk in archieven gedaan naar gebeurtenissen
en mensen vroeger. Nu hebben we voor het eerst de kans meer gedetailleerd
het landschap van een vroegere tijd te leren kennen. De mensen leefden im
mers in een landschap met weilanden, akkers, hooilanden en nog grote stuk
ken met een natuurlijke vegetatie. In de jaren '30 kunnen we de landbouw op
Schouwen nog traditioneel noemen. Op de grens van het nieuwe Schouwen
hebben we dankzij de N.J.N.wandelend in het voetspoor van de bekende Jac.
P. Thijsse, een belangrijke informatiebron van de natuurlijke waarden van
toen.